Op stap metis een vaste rubriek in
Sterna waarin we deelgenoot zijn van ver
meldenswaardige ervaringen met natuur en
landschap binnen en buiten onze regio.
Bij de taferelen rond de Koudekerksche Inlaag de afge
lopen winter moest ik aan de openbaringen van Frits
denken. Rond die Inlaag en trouwens ook elders op
Schouwen-Duiveland waren weer velduilen. Onlangs
schreef Rinus van 't Hof over ze in dit tijdschrift.
Terecht, want met zijn velduilen kan de streek zich óók
op de borst kloppen. Supervogels zijn het, voor mij een
soort die twijfelloos een royale plek inneemt op het top
tienlijstje. Op zondagmiddag 8 januari jl. terugkomend
van de giervalk in Zeeuws-Vlaanderen en dus nog met
een lijf vol adrenaline, vroeg ik zoon Hajo of hij de veld
uilen van de Stolpweg wilde zien. Ik prees me gelukkig
met zijn instemming. Rond drie uur vanaf Burghsluis
over de zeedijk richting de Plompe Toren rijdend, was
er al van verre ter hoogte van het dwarsweggetje door
de Inlaag een ongewone verzameling van auto's te
bespeuren. Op dat weggetje zelf was het helemaal raak.
Er stond een rij haastig en ordeloos geparkeerde auto's,
waarbij een bovengemiddeld aantal 4WD'ers. Niettemin
hadden er blijkens diep in het talud getrokken banden
sporen toch al een paar vastgezeten. Uit de portierra
men staken teleobjectieven van zwaar kaliber, die de
voertuigen onmiskenbaar het aanzien van vervaarlijk
bewapend slagveldmateriaal bezorgden. Toen een veld-
uil zo vriendelijk was omhoog te cirkelen, dromden
de in hun auto's verschanste fotografen gehaast naar
buiten om de vogel met hun telegeschut onder vuur te
nemen. Het losbarstende sluitergeklik gaf het tafereel
een orgastische ontlading. Degenen die een verkeerde
positie hadden ingenomen, gaven nauwelijks gesmoor
de verwensingen ten beste. Dat koortje zwol aan toen
er onverwacht een tweede exemplaar naderde, laag,
bijna tussen de autodaken door. Prompt vervielen de in
slagorde opgestelde fotografen tot wonderlijke, onhar
monische discobewegingen om ook deze vogel nog in
de zoeker te krijgen. Hajo en ik zijn maar doorgereden,
toch tevreden, zeker na nog de ruigpootbuizerd van de
Stolpweg en een blauwe kiekendief te hebben genoteerd.
Inmiddels is in een goed deel van West-Europa bekend
dat men als vogelaar annex vogelfotograaf tijdens vorst
periodes langs de Stolpweg moet zijn. Dus Ben van der
Velden en ik waren er 4 februari 2012 ook weer. En niet
ten onrechte, want het was een topdag voor Birdpix:
een bokje zo fijn en fraai als ik in geen decennia had
gezien, houtsnippen, een witgat en een drom bonte
strandlopers, deels kennelijk toch al wat verkommerd.
Maar vooral ook auto's, weer zwaar bewapend, slordig
geparkeerd of langzaam voortrijdend, met zicht op het
geen zich afspeelde in de bermsloot. We hoefden niet
zelf naar vogels te zoeken, want stond er ergens een
klomp auto's, dan was het daar raak, bij een ijsvogel
zodanig dat de voertuigen de hele Stolpweg afsloten.
De chauffeur die probeerde langs en over de voor hem
staande autodaken de ijsvogel ook in de zoeker te krij
gen, deed geen moeite zijn ergernis te verbergen toen
we aangaven er langs te willen. Ben en ik probeerden
begrip op te brengen. Maar of alle Zeeuwen er vrede mee
hadden dat de Stolpweg die vierde februari uitsluitend
dienst deed als vogelfotografenstrada is twijfelachtig.
Samen met Ted Sluijtcr keken we vanaf de oostpunt
van de Koudekerksche Inlaag naar de al her en der op
strategische plekken opgestelde auto's, wachtend op
het tijdstip dat de velduilen zouden gaan jagen. 'Ik
telde pas veertig op die uilen wachtende auto's', ver
telde Ted. 'Het is wat...!' Terugrijdend naar Maasdam
hadden Ben en ik wel wat door te nemen. Zou een
cohort gedragswetenschappers in zo'n batterij omhoog
geheven teleobjectieven geen fallussymbolen zien? Wie
weet? Maar hoe dan ook, na de ervaringen langs de
Stolpweg kijk ik nog steeds graag naar fijne vogelfoto's.
11