het zoeken in het talud had als resultaat lege huisj es
van de Grote kartuizerslak en de Blindslak, en vele
levende D werg-korfslakken. De laatste soort werd
ontdekt in meegenomen strooisel, ze zijn zo klein
datje ze bij het veldwerk vaqjt over het hoofd ziet.
Bosje
We hadden niet het idee al aardig gescoord te
hebben, tenslotte waren de kleine waterslakjes
nog niet gedetermineerd en was de bevolking van
het strooiselmonster geheel onbekend. Die paar
grote slakken duidden nog niet op een succesvol
le inventarisatie. Dat was een reden om een ge
heel ander biotoop te zoeken met kans op resul
taat. Zo'n plek was het noordelijke bosje van het
Krekengebied Ouwerkerk, een natuurterrein van
Staatsbosbeheer dat we al eens eerder hadden be
zocht, maar dan zuidelijker. De houtopstand be
stond uit eiken, essen en wat haagbeuken, voor
zover herkend. Het bosje ligt een paar honderd
meter verwij der d van het Diepe Gatmaar wel net
in een ander kilometerhok. We kozen de ingang
aan de Braamsweg en hoefden maar even het bos
in te lopen om een beeld te krijgen van de slak-
kenfauna. Het keren van gevelde stammetjes le
verde de soorten Boerenknoopje, Grote glans
slak, Grote wegslak, Zwarte wegslak s.l. en Bruine
blinkslak. Meerdere takken werden gekeerd, het
leverde steeds dezelfde slakken.
Terug bij de ingang bracht een vispoging in een
beschaduwd slootje een Jenkins' waterhoren
boven water. Er was hier ontzettend veel blad in
gewaaid, zodat het vissen in die sloot buiten het
bos vast kansrijker was. Dus reden we in oostelij
ke richting terug en bekeken de situatie langs een
pas gerooid spruitenland. We zochten eerst oog-
strestanten - ook slakkenrapers eten spruiten - en
vervolgens nam Jaap het water en ik het land voor
onderzoek naar slakken. Even later kwamen we
met ongeveer dezelfde oogst van land en zoetwa
ter bijeen. Jaap viste levende Ovale poelslakken
s.l. en Gewone schijfhorens op, die ik als lege ho-
rentj es in de uitgehaalde bagger op de oever vond,
nog aangevuld met een defecte Posthorenslak. In
de gemaaide slootkant waren soorten van brand
netelruigte en ruig gras goed vertegenwoordigd,
zoals de Grote kartuizerslak en de Behaarde slak.
Er lag slechts een enkele Gewone tuinslak. Ach,in
de winter zit de laatste vaak nog diep weggedoken
in spleten en holletjes. Lettend op verloren recla-
mepost in de wegberm was daar toch onverwacl
een aanvulling voor de lijst. Jaap raapte het op e
plukte van de onderzijde een Gevlekte akkersla]
Met de resultaten van het bosje en de sloot koi
den we tevreden zijn, het was een snelle actie m<
relatief veel, maar zeer daagse soorten.
Het resultaat
Met twintig soorten, waarvan er vijf slechts a
leeg huisje/doublet werden aangetroffen, is d
score in dit gebied niet hoog. In dat gezelscha
komen drie Rode-Lij stsoorten voor, te wete
Basters drijfslak, Opgezwollen brakwaterhore
en D werg-korfslak. Herhahng van de inventaris^
tie zal zeker meer soorten opleveren.
Opvallend was de inhoud van het strooiselmor
ster van de Groene Dijk, met een rijke hoeveelhei
Dwerg-korfslakken en maar één andere soor
een leeg huisje van het zeldzame Blindslakje.
In het zandige deel van het Ouwerkerkse Kre
kengebied bepaalden zoetwatersoorten het as
peet in de onderzochte sloot. De kreek is ster
brak, maar blijkbaar zit in het zandpakket langs d
kreek een zoetwaterlens.
Dan tot slot nog een opmerking over het Diep
Gat, waar onze interesse vooral uitging naar d
brakwatersoorten. De vondst van de zeldzam
Basters drijfslak was een opsteker, de Slakken
werkgroep vond deze soort nu voor de derde kee
op Schouwen-Duiveland. Eerder was dat in he
Kaaskenswater en de Ronde Weel bij Zierikzee
De inlagen aan de zuidkust leverden geen enkel*
waarneming van die soort op. De vondsten in he
Diepe Gat doen een niet al te hoog zoutgehalt*
vermoeden. Vooral het dominante voorkomei
van Jenkins' waterhoren kan daarop wijzen. L
het dode, oude materiaal - de verzamelde leg*
huisjes - lagen die verhoudingen niet veel anders
De Opgezwollen brakwaterhoren, een soort vai
(sterk) brak water, was ook in het oude materiaa
slecht vertegenwoordigd. Bijma Boekschotei
(1985) geven een chloridegehalte van 4,25 %o
overeenkomend met de categorie 'brak water
(mesohalien)De toen gemeten waarde is voor d(
Opgezwollen brakwaterhoren en de Brakwater
kokkel wat aan de lage kant, maar voor hun ont
wikkeling en voortplanting is dat nog geen pro
bleem.
Een oudere inventarisatie van Tom Meijer ui
1970 (publ. 1974) laat een opmerkelijk verschi
24