Vorstvrij
Een van de belangrijkste redenen waarom
vleermuizen ondergrondse ruimten kiezen om te
overwinteren is het feit dat deze vorstvrij blijven
tijdens koude periodes. Dit geldt althans van de
obj ecten die voldoende geïsoleerd zijn van de bui
tenlucht of een bepaalde grootte hebben. Om een
winter succesvol te kunnen overleven is een min
of meer constante temperatuur van ca. 6 graden C.
het meest ideaal voor de soorten die hier kunnen
overwinteren.
Vochtigheid
Uitdroging vormt voor vleermuizen een be
dreiging gedurende de winterslaap. Om dit te
voorkomen dient de luchtvochtigheid meer dan
90 te zijn. Het beste is zelfs dat er permanent
een laagje water in het object aanwezig is en/of de
muren zijn vochtig gemaakt. Het is een goed teken
wanneer het plafond en/of de muren ten dele zijn
bedekt met condensdruppels. Vleermuizen die
ontwaken likken vaak aan deze druppels om weer
enig vocht binnen te krijgen.
Rust
Het betreffende onderkomen moet gedurende
een groot deel van de winter volledige rust bieden.
Regelmatig lawaai werkt sterk verstorend voor
de winterslaap. Funest is het maken van vuur (en
rookontwikkeling) waardoor de dieren vaak stik
ken. Het is daarom van groot belang dat het on
derkomen zodanig is beschermd tegen vandalis
me, dat dergelijke situaties niet voorkomen.
Het verdient desondanks wel de voorkeur dat
het object van buitenaf is te openen en te betre
den. Hierdoor is jaarlijkse inspectie mogelijk,
waardoor er inzicht is of het object daadwerkelijk
door vleermuizen wordt gebruikt en hoe het aan
tal zich ontwikkelt.
Voldoende wegkruip mogelijkheden
Een object is voor vleermuizen met name inte
ressant wanneer er kleine gaatjes aanwezig zijn,
bijvoorbeeld tussen opgestapeld gesteente. Hier
bij gaat het er vooral om dat een vleermuis gro
tendeels of helemaal kan wegkruipen in een ruim
te waarbij zowel de buik als rug tegen het
gesteente komt (dus ca. 2 cm).
Een eenvoudige manier om schuilplaatsen te
creëren is om platen schuin tegen een wand aan te
zetten (onder een scherpe driehoek)waartussen de
vleermuis omhoog kan kruipen. Hiermee kan de
vleermuis ook een eigen micro (en vocht) klimaat
zoeken die het dier op dat moment het beste bevalt
Duisternis
Vleermuizen zijn nachtdieren en voelen ziet
veilig wanneer het object schemerig of donker is
Een klein beetje lichtval is op zich geen probleem
zolang er maar voldoende donkere plekken aan
wezig zijn.
Wel of niet gesloten
Gesloten bunkers zijn niet te inspecteren. Hier
door is het onduidelijk of hier vleermuizen over
winteren. Vleermuizen kunnen door zeer kleine
en onverwachte gaten en spleten naar binner
kruipen. Het is daarom niet uitgesloten dat zich ir
voor het oog hermetisch afgesloten bunkers toet
vleermuizen kunnen ophouden.
Soorten en trend in de winter
Begin jaren negentig is de hele kuststrook van
Zuid-Holland onderzocht op het voorkomen var
overwinterende vleermuizen. Op Goeree werder
overwinterende dieren gevonden in de bunker(s)
in de Preekhilpolder, in de Kwade Hoek, langs de
Oostdijkse en Hofdijkse weg en op de Punt. Deze
bunkers voldeden aan de (meeste) voorwaarden
die hierboven zijn opgesomd.
Het aantal dieren in de bunkers op Goeree va
rieert tussen de 35 en 52 dieren. Twee soorten
vleermuizen zijn hier te vinden, namelijk Water
vleermuis en Gewone grootoorvleermuis. De
grootoorvleermuis is hier en daar met een enkei
individu aanwezig. De watervleermuis is de meesl
voorkomende soort in de bunkers. Aanvankelijk
leek het aantal wat te stijgen, maar de laatste jaren
is er weer enige teruggang geconstateerd. Hel
aantal vleermuizen per onderkomen varieert tus
sen de 2 en 7 dieren.
Uit de beperkte aantallen vleermuizen op Goe
ree mag wel duidelij k zijn dat de situatie kwetsbaai
is en dat de lokaties goed beschermd dienen te
worden. Hierbij is het van belang om de bunkers
als één geheel te benaderen, omdat dieren regel
matig uitwisselen (ook tijdens de winterperiode).
Bunkers Ouddorp
De Bunkers langs de Hofdijkse weg waren de
eerste bunkers waarvan overwinterende vleer
muizen bekend waren. Het aantal overwinteren
de vleermuizen is vanaf 2000 jaarlijks opgelopen
van 5-8 dieren naar 20 dieren in 2007/08 en
2008/09. De grootoorvleermuis is hier alleen in
2005/06 en 2007/08 geteld.
18