het gebied heeft de macrofauna (alle waterdier tjes zoals vissen, garnaaltjes, slakjes, muggenlar- ven enz. bij elkaar) zich zo gunstig ontwikkeld dat broeden voor de soort in het gebied succesvol kon worden (zie ook verderop). En ook niet onbe langrijk: er vestigden zich Kokmeeuwenkolonies in het gebied. Van Kuifeenden is bekend dat ze daarin graag nestelen omdat deze veel veiligheid bieden: Kokmeeuwen verjagen collectief alle po tentiële predatoren zoals Zwarte Kraai, Zilver meeuw, Kleine- en Grote Mantelmeeuw! Binnen deze kolonies vormen Kuifeenden weer eigen ko lonies waarin de nesten soms niet meer dan 2-3 meter van elkaar liggen. In Kokmeeuwloos ter rein liggen Kuifeendnesten vele malen verder uit een. In Tabel 1 is enig verband zichtbaar tussen de aanwezigheid van de Kokmeeuw als kolonievogel en het aantal Kuifeendterritoria. In 2000 waren er drie Kokmeeuwnesten, wat nog geen kolonie ge noemd kan worden. In 2003 werd, ondanks de grote Kokmeeuwkolonie dat jaar, slechts één ter ritorium van de Kuifeend aangetroffen en het eventuele broedgeval zal zeker geen succes gehad hebben: door verkeerd peilbeheer vielen de kre ken in het gebied bijna droog en het zoutgehalte Hep zo hoog op dat er vrijwel geen levende orga nismen meer in voorkwamen. In2006 was de Kok meeuwkolonie in plot Prunje-Noord het grootst tot nu toe. Het aantal Kuifeendterritoria was ech ter laag. Opmerkehjk waren toen twee vondsten van dode Kuifeendenvrouwtjes bij verlaten nes ten, met resp. 6 en 8 eieren. Wat daar de oorzaak van was weten we niet. Meer nesten werden dat jaar niet gevonden en ook waren er geen waarne mingen van Kuifeendenvrouwtjes met pullen. Een nieuwe eend in de bijt De Kuifeend Aythyafuligula is voor Nederland een relatief nieuwe broedvogel. In 1904 werd in VHjmen het eerste broedgeval vastgesteld. Tot d( jaren veertig van de vorige eeuw bleef dit duik eendje een zeldzame broedvogel. Daarna volgdt een sneUe expansie. In 2000 broedden er 1600( paren in Nederland. Op Schouwen-Duivelanc werd het eerste broedgeval in 1962in een duinpla; bij Burgh vastgesteld. Beginjaren 80 van de vori ge eeuw broedden er, vooral in inlagen, ronc kreekresten en zelfs in de Zoute Gracht in Zierik zee, op het hele eiland rond de 100 paren. Oor spronkehjk is de Kuifeend een Aziatische soor die in het begin van de vorige eeuw zijn broedare- aal sterk in noordwestelijke richting uitbreidde De oorzaken hiervan waren waarschijnlijk hei door klimaatsveranderingen (toen al) verdroger van voedselrijke meren en plassen in Voor-Azië en het tegelijkertijd geschikter (voedselrijker worden van broedbiotoop in het westen. In dil verband wordt vaak ook de Driehoeksmosse Dreissena polymorpha genoemd. Dit zoetwater mosseltje, dat van origine ook een Aziatische soort is, vormt een belangrijke voedselbron vooi Kuifeenden en komt in Nederland vooral in hel IJsselmeer, maar ook in het Krammer-Volkerak massaal voor. Buiten de broedperiode wordt hiei door 10.000-en Kuifeenden gefoerageerd. Op Schouwen-Duiveland komt de Driehoeksmossel hoewel behoorlijk zouttolerant, (nog) niet voor. Nesten, voedsel en legselgrootte Kuifeenden zijn duikeenden die zowel plant aardig als dierhjk voedsel eten. Bij voorkeui wordt het voedsel opgedoken, maar soms ook grondelend, zoals Wilde Eenden dat doen, verza meld. Het plantaardige voedsel bestaat meren deels uit zaden van moeras- en waterplanten. De dierhjke voedselcomponent bestaat uit aHerlei ongewerveldenzoals schelpdieren, watervlooien, garnaaltjes, muggenlarven etc. KuifeendenpuUen Tabel 3.Top-5 talrijkste macrofaunasoorten Prunje-Noord mei-september 2005. Soort Ned. naam Aantal/ 1.5m2 bodem Chironomus salinarius (larven) Dansmug van brak milieu 2365 Hydrobiaventrosa Opgezwollen brakwaterhoorntje 676 Neomysis integer Brakwateraasgarnaal 494 Palaemonetes varians Brakwatersteurgarnaal 431 Corophiumvolitator Wadkreeftje 424 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2010 | | pagina 16