Inventarisaties tonen opkomst Kuifeend in de Prunje
Gijs van den Ende
m,
In 1999 werd met de inrichting van de nieuwe natuur in het Prunjegebied begonnen. Het j aar daarvoor
vatten leden van de Vogelwerkgroep (VWG) Schouwen-Duiveland het plan op om de ontwikkelingen
van de zich daar vestigende broedvogels te gaan volgen doormiddel van jaarüjkse inventarisaties. In
overleg met Staatsbosbeheer, de beheerder van het gebied, werd besloten om in zowel Prunje-Noord als
Prunje-Zuid een zorgvuldig uitgekozen onderzoeksgebied van 30 ha. - een zogenaamd "plot" -, vol
gens de door SOVON Vogelonderzoek Nederland ontwikkelde Broedvogel Monitoring methode, op
broedvogels te gaan onderzoeken Staatsbosbeheer verleende vergunning om het gebied te betreden en
zo veldwerk ter plaatse mogelijk te maken. De resultaten van de inventarisaties worden door Staatsbos
beheer o.a. gebruikt om bepaalde beheermaatregelen in het gebied al dan niet te nemen en om te bepa
len welke natuurdoelen er behaald of te behalen zijn. SOVON, die de resultaten van de inventarisaties
ook krijgt, gebruikt de gegevens voor allerlei lopende onderzoeken aan vogels, vaak in samenwerking
met Vogelbescherming Nederland en andere belanghebbende instanties.
Veldwerk
Het veldwerk bestaat uit 6-8 inventarisatieron
des in beide plots tijdens de broedperiode, dus van
eind maart tot half juni. Tijdens zo'n ronde wor
den op een veldkaart alle waargenomen broedvo
gels plus aantekeningen over hun gedrag geno
teerd. Als de broedperiode voorbij is worden de
gegevens van de veldkaarten per soort overgezet
op zg. soortkaarten. Daarna wordt, aan de hand
van door SOVON bepaalde criteria, per soort
vastgesteld hoeveel territoria er in het plot waren.
Ook wordt vastgesteld welke mate van broedze-
kerheid er aan die territoria toegekend kan wor
den. In Prunje-Noord gaan altijd twee mensen
samen het veld in vanwege een gevaarlijke over
steek door de kreek die het plot omgeeft. In Prun
je-Zuid is dat niet nodig, maar vaak gaan ook daar
twee mensen op pad, gewoon omdat het zulk fan
tastisch mooi werk is! Een inventarisatieronde
neemt per plot ongeveer 2 uur in beslag. Het uit
werken van alle gegevens na het broedseizoen
kost minimaal 30 uur bureauwerk. Beide inventa
risaties samen komen j aarlijks dus op ongeveer 80
uur veld- en bureauwerk.
Datasets, vergelijkingen en trends
Ondertussen zijn er vanaf 2000 behoorlijk wat
gegevens verzameld waaruit bepaalde trends op
gemaakt kunnen worden. Ook is het interessant
om ontwikkelingen in beide plots met elkaar te
vergelijken. Prunje-Noord was namelijk in 2001 al
helemaal ingericht, terwijl dat in Prunje-Zuid pas
12
in 2006 het geval was. In het laatstgenoemde plot
loopt de ontwikkeling van de huidige vogelpopu
latie dus 6 broedseizoenen achter op die in
Prunje-Noord. Zo konden wij bijvoorbeeld voor
spellen dat zich in Prunj e-Zuid vanaf2006 Strand-
plevieren zouden gaan vestigen en dat het aantal
Grutto's er zou afnemen. En dat was inderdaad
het geval. Dat was niet zo moeilijk want hetzelfde
was na 2000 in Prunje-Noord ook gebeurd! De
ontwikkeling van de vegetatie (successie) zorgt
Situering onderzoeksgebieden in de Prunje.
Ondergrond kaartj e is een luchtfoto uit 2009 van Geoweb
provincie Zeeland.
>Serooskorköj
[Moriaan