Huiszwaluwpopulatie op Schouwen-Duiveland kan best wat hulp gebruiken Huiszwaluw klei voor nestbouw verzamelend.Foto: Gerard Janse. Gijs van den Ende Al vanaf 1993 wordt door leden van de Vogelwerkgroep Schouwen-Duiveland jaarlijks de eilandelij- ke huiszwaluwpopulatie integraal geteld. Dit gebeurt door in de broedperiode, bij voorkeur begin juli, alle nesten op te zoeken en deze, als ze bewoond zijn, te noteren. Op ieder huisadres met nes ten aan de woning wordt ook de jaarlijkse huiszwaluwnieuwsbrief achtergelaten. In die nieuwsbrief wordt het resultaat van de vorige inventarisatie bekend gemaakt, worden tips gegeven en wordt geprobeerd mensen te motiveren huiszwaluwnesten aan de woning te laten zitten. Vaak wordt er ook een praatje met de bewoners van desbetreffend pand gemaakt. Met enige regelmaat heb ik in dit tijdschrift verslag gedaan van de resultaten van deze inventarisaties. De laatste keer was in het winternummer van 2004, dat is intussen alweer 5 jaar geleden. Met dit artikel wil ik u informeren over het verdere wel en wee van deze aardige en zeer nuttige vogels op ons eiland. Eilandelijke populatieontwikkeling sinds 1993 In figuur 1 wordt het totale aantal getelde broedparen per jaar, vanaf 1993 tot en met 2009, weergegeven. Bij de eerste telling in 1993 werden 844 broedparen vastgesteld. In de volgende jaren nam het totale aantal gestaag af en zakte in 1997 onder de 500. De daarop volgende vier jaar was er wisselend geringe toename maar ook weer afna me. 2002 staat bij de huiszwaluwtellers op Schou wen-Duiveland te boek als het rampjaar: plotse ling stortte de populatie in en omvatte toen nog maar 383 broedparen: dat is maar 45.4% van het getelde aantal in 1993 In de jaren daarna was er weer sprake van toe name en in 2006 was de populatie zelfs terug op het niveau van 1994. Helaas lijkt het alsof zich in heel Nederland, na 2006, weer een negatieve trend aan het inzetten is. Hopelijk gaan we daar op dit eiland niet al te veel van merken Resultaten van de telling 2009 De telling van afgelopen zomer viel iets lager uit dan die van 2008: er werden 18 broedparen min der geteld en dat is een achteruitgang van 2.8% t .o. v. het vorige j aar. In de tabel worden de result a- ten van de laatste 7 jaar per woonkern gepresen- 78

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2009 | | pagina 16