ï(M Bruine Kiekendief op Schouwen-Duiveland Prooiovergave op de grond. Het mannetje (rechts) heeft zojuist een prooi voor het vrouwtje dat van links komt aange vlogen. laten vallen. Het wel en wee van de jongen is in hoge mate afhankelijk van de door het mannetje aangevoerde prooien. Foto. Rinus van 'tHof. Rinus van t Hof Vroeger was de Bruine Kiekendief in Nederland geen talrijke broedvogel, maar in de jaren negentig steeg de populatie. Op Schouwen-Duiveland waren Bruine kiekendieven in het verleden eveneens niet algemeen, maar aan het eind van de 20e eeuw broedde de soort in veel natuurreservaten. Tegenwoordig zijn ze in verschillende biotopen over het hele eiland als broedvogels waar te nemen. De recente ontwikkeling steekt gunstig af bij het populatieverloop elders. Algemeen Bruine Kiekendieven Circus aeruginosus heb ben een verspreidingsgebied van Noordwest- Afrika tot Zuid-Scandinavië, en oostwaarts via een brede gordel dwars door Azië tot Sakhalin en noordelijk deel van Japan. Ze worden in drie ondersoorten onderscheiden: -de nominaatvorm C.a. aeruginosus, broedt in Europa, Voor-Azië en oostwaarts tot het Baikalmeer. de ondersoort C.a. harterti, broedt in het noordwesten van Afrika (Marokko tot Tunesië) de ondersoort C.a. spilinotus, broedt in Oost-Azië, van het Baikalmeer tot Sakhalin en noordelijk van Japan. In Mongolië ligt een overgangszone tussen deze ondersoort en de nominaatvorm. 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2009 | | pagina 8