vangst blijft die ochtend beperkt tot 2 Wilde Een den en 3 Wintertalingen, waarvan eentje met een Engelse ring. Ieder voorzien van 2 talinkjes, gaan daarna de heren De Beer over, waar ze 40 Fraters en een 'buizerdachtige arend' zien. Verder ook Sneeuwgorzenen Strandleeuweriken.Het laatste verslag gaat over de ervaringen van 6 april 1952, weer naar De Beer, in gezelschap van den Oord, J. Kist en J. Swaab, lieden dus die later deel zouden uitmaken van een spraakmakend, vooral uit Ha genaars bestaand groepje vogelaars. Bij de pier bevonden zich al bijna 1000 Grote Sterns en 3 Vis- dieven. Een bruinig getinte Slechtvalk gaat op van een net geslagen wijfje Kievit. Hij besluit zijn noti ties van die dag met 'enkele malen kiekendieven. Lucht steeds meer bewolkt, tenslotte grijs. Regen. Een maand later, op 9 mei 1952, vaart Simon de Waard weg uit Rotterdam, richting Zweden, waar hij voor het opnemen van een natuurfilm tot in j uli zou blijven. De naam van het schip blijft onver meld. Omdat de Waards excursieterreinen niet onbe kend zij n, ontveins ik mij niet dat juist daarom het gesnuffel in zijn oude dagboek sterk aansprak. Maar toch, er is meer. Bij zijn overlijden redde de Waards buurman de collectie letterlijk van het trottoir, van naast het vuilnisvat vandaan. Hoe veel kostbaar materiaal in dit land ontbeerde zo'n persoon met visie en ging daardoor verloren? En nog steeds! Vraag het Ruud Vlek. onze ornitho- historicus, die ervoor zorgdroeg dat kostbaar ma teriaal behouden bleef. Waarvoor alle hulde. Wel iswaar kon Ruud van dat geredde materiaal een en ander deponeren bij de Heimans Thijsse Stichting, maar er ontbreekt in deze natie een in stituut of organisatie die zich sterk maakt om het nationaal ornithologische verleden veilig te stel len en dit bewust en deskundig centraal te archi veren. Dat is jammer, want ga er gerust vanuit dat er over 60 jaar vogelaars zijn die met dezelfde nieuwsgierigheid rondneuzen in hetgeen wij thans noteren over ervaringen in onze excursie terreinen. De huidige discussies over het geschie denisonderwijs in dit land - of liever het ontbre ken daarvan - tonen pijnlijk aan hoe weinig dit land zich om zijn geschiedenis bekreunt. En ook bestaande archieven zijn niet veiligspreek eens met Peter Meininger over hetgeen deze mee maakte ten aanzien van het door hem met zorg sa mengestelde archief over Zuidwest-Nederland. Zou het niet op de weg liggen van SOVON Vogel- onderzoek Nederland om de deur open te zetten voor historische dagboeken van vogelaars? Literatuur Buijsman.E. 2007.'Een eersteklas landschap'.De teloor gang van natuurmonument De Beer. Uitgeverij Matrijs. Utrecht. Meininger, P.L., F.Arts N.D.van Swelm.2000. Kust- broedvogels inhet Noordelijk Deltagebied:ontwikkelin- gen, knelpunten en potenties. Rapport RIKZ/2000.052. Rijksinstituut voor Kust en Zee/Stichting Ornilholoisch Station Voorne. Middelburg/Oostvoorne. Ouweneel.G.L. 2007. Ontdekking. Het Vogeljaar55:73- 74. Saris, F. 2007. Een eeuw vogels beschermen. KNNV Uit geverij, Zeist. Voous, K.H. 1995. In de ban van vogels. Uitgeverij Scheffers. Utrecht Strandplevier op De Beer. De bewaker van De Beer W.Korfmaker meldde dat erin 1949 rond de 200 paren broedden. Foto: Simon de Waard.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2008 | | pagina 21