Geen doorstart voor de Hoogezandsche eenden
kooi
Gerard L. OuweneeI
Het zag er even gunstig uit. Deltanatuur gaat óók de langs de zuidoever van de Hoeksche Waard
gelegen Oosterse Bekade Gorzen ontpolderen. Het gaat om een buitendijks poldertje van 69 hec
tare. Binnen de projectbudgetten probeert Deltanatuur fondsen te reserveren voor herstel van cul-
uurhistorisch erfgoed. Zou het in dit geval niet vanzelfsprekend zijn geweest om tot herstel te
komen van een eendenkooi? Temeer omdat deze grenst aan het poldertje en winter 2007-2008 het
gehele buitendijkse gebied waarop de eendenkooi ligt 'onderhanden' werd genomen? Neen dus.
Gekozen werd om als cultuurhistorisch element de zogenaamde 'Rinkelpit' te reconstrueren.
Waardoor de kans verkeken lijkt om tot herstel te komen van een eendenkooi waarvan de geschie
denis teruggaat tot begin zeventiende eeuw.
Een bijzondere gebeurtenis uit de historie van
de bewuste kooi was een bezoek van Peter Scott,
de latere oprichter van het World Wildlife Fund.
Dat bezoek had plaats kort na Wereldoorlog II.
De toen gedemobiliseerde Scott was net in Slim-
bridge begonnen met zijn watervogelcentrum,
the Wildfowl Trust. Om de 'Dutch decoys' te leren
kennen had Scott contact gezocht met Niko en
Luuk Tinbergen. Deze schakelden Tom Lebret in
om Scott rond te leiden. Lebret had eendenkooi
ervaring opgedaan in de Biesbosch en bovendien
ondergedoken gezeten in de kooi van Piaam. in
Friesland. Lebret kende toen al van Spanje van de
Hoogezandsche kooi, zodat deze op Scotts be-
zoekprogramma kwam. In 1980 kon van Spanje
junior zich dit bezoek nog herinneren. De een
denkooi-odyssee door het naoorlogse Nederland
leidde tot vriendschap tussen Tom Lebret en
Peter Scott.
Buitenpijp
Toen Leen Preesman en auteur zomer 1970 de
toen net verlaten kooi betraden, was deze geheel
intact en gebruiksklaar. Leen en ik konden het
niet laten ook eens te 'kooien'. Met succes: een
mooie man Wintertaling, waarschijnlijk net gear
riveerd, want deze konten al vroeg door. Die
vangst deden wij in de zuidwestpijp, een van de
twee vangpijpen op de 'borst' van de kooi. Van het
kooikersjargon waarvan dit relaas soms is voor
zien, had ik overigens in 1970 nog geen kaas gege
ten. Dat kwam pas tien jaar later, toen ik met een
zoon van van Spanje een wandeling door de toen
in verval rakende eendenkooi maakte. Van deze
voor beiden gedenkwaardige rondgang verscheen
Ook in de ontpolderde Oosterse Bekade Gor
zen (OBK) zal de recreant aan zijn trekken moe
ten komen. Via informatiepanelen zal hij zich dan
desgewenst op de hoogte kunnen stellen van de
cultuur-historie van zijn nieuwe recreatie- annex
natuurgebied. Daarbij ook aandacht voor de
voormalige eendenkooi. Maar of alsdan het be
wuste paneel de passant zal onthalen op vier eeu
wen historie, valt te betwijfelen.
De Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen is thans
exit. Deze ontstond ruim vijf eeuwen geleden, om
precies te zijn op 15 juli 1492.Toen gaf Rooms ko
ning Maximiliaan zijn gunsteling G. Numan een
groot gebied in eeuwigdurende erfpacht. Bij die
gunsten behoorde ook de'vogelarij', welk privile
ge begin zeventiende eeuw werd aangewend om
te komen tot een eendenkooi op het Hoogezand,
langs het Hollandsch Diep. Hoge vloeden deden
die poging mislukken. Het zou ruim twee eeuwen
duren eer wederom iemand het aandurfde, maar
ook die onderneming leed schipbreuk.Tot in 1862
Leendert de Gids voor 12 jaar vier bunder griend,
water enrietveld pachtte voor 120 gulden per jaar.
Daarbij kreeg hij tevens het recht van afpaling op
de Ambachtsheerlijke gronden tot 1506 ellen uit
het middelpunt van de door hem aan te leggen
eendenkooi. Die kooi kwam er, de Hoogezand
sche eendenkooi. Kort daarop droeg De Gids zijn
rechten over aan Hendrik van Spanje, die de kooi
tot bloei bracht. Zijn zoon respectievelijk klein
zoon bemanden deze tot 1956. In dat jaar ging de
kooi naar van Ballegooyen. Deze moest in 1970
het veld ruimen omdat het kooihuis plaats moest
maken voor een nieuw gemaal.
16