De Kleine Strandloper wordt door zijn formaat tussen andere strandlopers makkelijk over het hoofd gezien. Hoewel niet erg algemeen kan de soort in de goede tijd toch op veel plaatsen worden waargenomen. Om grote aantallen gaat het nooit. Meestal zie je er een paar bij elkaar. Ze zitten zowel in zoute, brakke als zoete gebie den. Vandaar dat ze ook wel in het binnenland gezien worden. De goede tijd is de maand mei (voorjaarstrek) en de augustus en september (terugtrek). In de nazomer herfst bestaat een flink deel van de Kleine Strandlopers uit jonge vogels die duidelijk minder tekening hebben. Het zijn van die kleine scharrelaars, vrij korte snavel, nogal grote vleugeldekveren met opvallend lichte randjes en een opvallende oogstreep. Langs de Grevelingen worden ze vaak gezien, maar ook op weinig begroeide gedeelten met een slikje langs kre ken zijn ze te vinden. Deze foto is gemaakt bij de Flaauwersinlaag. Foto: Henk Harmsen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2008 | | pagina 35