Slakkeninventarisatie
recreatiegebied Grevelingendam
Kaart Grevelingendam.
Harry Raad
Op 19 december 2006 bezocht de Slakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden de westzijde van de
Grevelingendam, een natuur- en recreatiegebied dat ook bekend staat als de Plaat van Oude
Tonge. In het centrale deel liggen 'alle' terreintypen dicht bijeen, zodat we dat als inventarisatiege-
bied uitkozen (km-hok 67-410). Aanwezig waren: Roelof Bijl, Harry Raad, Ine van de Ven en Jaap
Woets.
De Grevelingendam
Onder de noemer 'Grevelingendam' valt niet
alleen de oostelijke afsluitdam (1964) van de Gre
velingen, maar ook het natuur- en recreatieter
rein aan de noordzijde, tussen Bruinisse en de Phi-
lipsdam. Het was een van de objecten in de
Grevelingen die Staatsbosbeheer na de afsluiting
in 1971 in beheer kreeg. Hier lagen vroeger de
Noordplaten/Plaat van Oude Tonge, die door het
instellen van een vast waterpeil in de Grevelingen
permanent droog kwamen te liggen. Ondanks het
feit dat er op deze plek tamelijk hoge potenties
voor de natuur aanwezig waren, zijn hier flink wat
mogelijkheden voor de recreatie gerealiseerd.
Het beleid was om de recreatie vooral rond de
dammen te concentreren en het middengebied
van de voormalige zeearm rustig te houden. Het
gebied kreeg voorzieningen, zoals de Strandweg
als hoofdontsluiting, parkeerterreinen en ligwei-
denBeplantingen verschenen vooral in de winter
1974/75 in de vorm van boskavels. Hier werden
eik, els, wilg en esdoorn en een serie1 vulhoutsoor-
ten' aangeplant. Rondom de kavels kwam een
zoom met struiken die we uit duinstruwelen ken
nen: roos, meidoorn, kruipwilg, duindoorn en
boksdoorn (Staatsbosbeheer, 1979).
De vegetaties die zich na de inrichting van het
recreatiegebied hebben ontwikkeld worden on
derscheiden als: 1. zoutmijdende moerasvegeta-
tie (laagste delen), 2. grasland van schrale zand
grond, en 3. jong loofbos met ruigtekruiden. Spe
cifiek voor de drooggevallen platen in de
Grevelingen is het ontstaan van open kalkrijke
'duinvalleivegetaties' in de lage delen (Van Wijn
gaarden,1993).
De bodem van de voormalige zandplaat bestaat
uit middellijn zand (kleiarm/kleihoudend zand).
De niet opgestoven delen bevatten schelpencon
centraties en zijn kalkrijk. De delen met door de
wind aangevoerd zand zijn zonder schelpen,maar
bevatten vermoedelijk nog flink wat kalk. Door
vergravingen is het natuurlij ke karakter van de af
zettingen deels verstoord.
De zoutinvloed was in de oorspronkelijke situ
atie van de zandplaat natuurlijk prominent aan
wezig (een bijna vol marien milieu).Na het droog
vallen in 1971 is het zout snel uitgespoeld en alleen
nog aanwezig in de smalle oeverzone; de Greve
lingen is als een zout bekken met een vast water
peil gehandhaafd. Het inwaaien van zout (saltsp-
ray) kan in de oeverzone nog van enig belang zijn.
Op drooggevallen platen ontwikkelt zich een
zoetwaterlens die het zoute grondwater weg
drukt. Het kwelwater uit het damlichaam en het
afstromende water van het asfalttalud zullen de
zoetwaterlens zeker aanvullen. Op korte afstand
21