malen een Oranjetipje boven de tuin dwarrelde
en later in het jaar door de Rouwmantel die daar
op twee dagen te bewonderen viel.
Maar overigens was het opvallend hoe leeg de
vlinderstruiken er doorgaans bijstonden. Ook op
internet werd daar over geklaagd. Daarbij werd er
gediscussieerd over welke kleurvariant nu de
meeste vlinders trok. Daar kwam uit dat een witte
Buddleia bovenaan het lijstje stond, gevolgd door
de gewone paarse vorm, onderaan stond een rose
vorm. Op een Engelse site (www.butterflygar-
den.co.uk) eindigde de gewone paarse toch weer
boven de witte. Wat betreft de vlinders:
Kleine vos en Dagpauwoog (in iets mindere
mate) waren nog steeds bijzonder schaars;
Citroenvlinder, Oranjetipje, Hooibeestje, Ica-
rusblauwtje, Boomblauwtje, Bruin blauwtje.
Bruin zandoogje deden het redelijk tot goed. In
vergelijking met voorgaande jaren minder Bont
zandoogje,Gehakkelde aurelia,Landkaartje,Ar
gusvlinder, Zwartsprietdikkopje, Oranje zand
oogje en luzernevlinders. Ook Atalanta, Distel
vlinder, Kleine vuurvlinder en witjes leken mij
wat minder. Het beeld wordt deels vertekend
door de langdurig zachte herfst waarin nogal wat
soorten (doorgaans in klein aantal) tot laat in het
seizoen aanwezig waren. Lijkt daardoor positie
ver dan het was.
De verspreiding van Kleine Parelmoervlinder,
Geelsprietdikkopje en Heivlinder is doorgaans te
lokaal om een goede indruk van te krijgen. In de
tuin van Marlies Jongejan aan de rand van het
vliegveld op Nieuw-Haamstede waren deze drie
soorten allemaal vertegenwoordigd. Zij eindigt
jaarlijks dan ook in de hoogste regionen op het
lijstje met de soortenrijkste vlindertuinen van
Zeeland. Voor 2006 komt ze aan 24 soorten dag
vlinders. René van Loo heeft bij Ouwerkerk ook
altijd veel vlinders in zijn tuin, bijzonder leuk
waren de Eikenpages, waarvan hij er soms 3 of 4
tegelijk zag,altijd 's avonds.
Kleine vos
Hoewel zo nu en dan een Kleine vos werd ge
zien, was deze vroeger zo uiterst algemene tuin-
vlinder opnieuw opvallend schaars. Het was dan
ook een grote verrassing dat er begin september
bij een bezoek aan buitendijks gebied in Friesland
(daar waar die paarden lopen), tientallen tot hon
derden Kleine vossen op de Zeeasters zaten en
dat niet alleen op een bepaalde plek, maar ook 10
en 20 km verderop. Gerekend over dat hele bui
tendijkse gebied moet het om vele duizenden
vlinders zijn gegaan. In eerste instantie denk je,
hoe kan het dat deze soort het in Friesland zoveel
beter doet dan bij ons? De nieuwe atlas De Ne
derlandse dagvlinders vermeldt dat de Kleine vos
zich over grotere afstand kan verplaatsen. Moge
lijk waren deze vlinders dus van een veel ruimer
gebied afkomstig en vond er langs de kust enige
stuwing plaats, terwijl daar bovendien een zeer
groot nectaraanbod was in de vorm van massaal
bloeiende Zeeaster. Hoe dan ook, wanneer je
zoals Lucien Calle uit Zeeuws-Vlaanderen, de
hele zomer nog niet eens een handvol Kleine vos
sen hebt gezien, kijk je daar wel vreemd van op.
Hooibeestje
Meerdere malen schreef ik al wat over het
Hooibeestje waarvan de stand begin negentiger
jaren kelderde en dat nu al heel wat jaren weer
bezig is met een langzame comeback. In de nieu
we vlinderatlas wordt daarvan een reconstructie
gegeven aan de hand van de vlindertellingen op
een groot aantal monitoringroutes. Het blijkt dat
de vlinders zich het eerst herstelden in de duinen,
vervolgens op binnenlandse heideterreinen en
het laatst in wegbermen. Overigens lijkt het er op
dat de verzamelde gegevens een voor onze omge
ving iets te optimistisch beeld scheppen. Het her
stel loopt op veel plaatsen achter bij de geschetste
ontwikkeling van het landelijk patroon, maar
vooral de afgelopen paar jaar neemt de soort ook
hier flink toe.Welmeldt Chris van de Brugh dat hij
van de eerder vermelde positieve ontwikkeling,
dit jaar bij Bruinisse niets terug zag. Lokaal kun
nen de verschillen aanzienlijk zijn en dat zal deels
veroorzaakt worden door een gunstige of j uist een
ongunstige biotoopontwikkeling ter plaatse, veel
al afhankelijk van het gevoerde maaibeheer. Kort
schraal grasland in een mozaïek met wat hoger
gras en bloemrijke gedeelten zijn daarbij het
meest geschikt.
Luzernevlinders
Eind juli begin augustus is het meestal de tijd
dat luzernevlinders vanuit het zuiden ons land
binnentrekken, waarbij de Oranje luzernevlinder
in onze omgeving doorgaans algemener is dan de
Gele. Dit jaar lieten deze fraaie vlinders lang op
93