Foto van de Lantaarntjes die Tengere Grasjuffers bleken te zijn. Foto:Esther Linnartz.
ven op stengels van moerasplanten naar boven. In
een paar uur tijd kruipen ze uit hun huidje en ver
anderen in libellen, eerst bleek gekleurd maar na
een tijdje knalrood. De weken daarna verlevendi
gen deze fraaie juffers de tuin. Ze jagen graag op
warme beschutte plekjes. Als de dieren genoeg
gegeten hebben en geslachtrijp zijn vindt er ook
weer eiafzet plaats in vijver. Dan is het
weer wachten tot volgend jaar
april. Overigens zijn dat niet
de larven die vorig jaar uit
het ei gekropen zijn, de
levenscyclus duurt bij
Vuurj uffers meestal
tweejaar.
Heidelibellen
Heidelibel-
len zijn vrij al
gemeen op
Flakkee. Bruin
rode- steenro
de- en bloedro
de heidelibellen
zijn in alle gebie
den wel aangetrof
fen. Naast deze drie
algemene soorten zijn
er ook drie wat speciale
re soorten aangetroffen: de
Bandheidelibel in 2005 bij het
Groote Gat, Geelvlekheidelibellen
op de Hellegatsplaten in 2005 en dit jaar kon
de Zwarte heidelibel aan het lijstje toegevoegd
worden. Geelvlekheidelibel is een soort van on
diepe, snel opwarmende wateren die 's zomers
droog kunnen vallen. De aantallen fluctueren
sterk per jaar. Op Flakkee heb ik de soort alleen in
2005 op de Hellegatsplaten waargenomen. Hier
hadden meerdere mannetjes een territorium op
ondergelopen grasland. De Zwarte heidelibel
vond ik in september 2006 op de Hellegatsplaten.
Het betrof een vrouwtje. Zwarte heidelibellen
komen algemeen voor op de zandgronden bij ven
nen en plaatselijk in de duinen. De waarneming
op de Hellegatsplaten is ongebruikelijk te noe
men, het voldoet immers niet aan de biotoopbe
schrijving. Aangezien ze ver kunnen zwerven, zal
het hier waarschijnlijk een zwerver betreffen.
In de toekomst zijn er nog wel meer libellen-
soorten te verwachten. Met het oog op de klimaat
verandering rukken zuidelijke soorten verder op
naarhet noorden, waarvan de ontdekking van een
Zuidelijke glazenmaker op de Slikken van Flak
kee door Pim Wolf en René van Loo in
juli dit jaar een voorbeeld is
(Sterna september 2006).
Maar ook door een beter
beheer van watergan
gen en de aanleg
van natte natuur
zal er nog ge
noeg te beleven
zijn op libel-
lengebied.
Literatuur
Nederlandse
Vereniging
voor Libel-
lenstudie 2002.
De Nederlandse
Libellen (Odon-
ta). Nederlandse
Fauna 4. Nationaal
Natuurhistorisch Mu
seum Naturalis, KNNV
Uitgeverij EIS, Leiden
Bandheidelibel .Foto: Esther Linnartz.
85