Landschap 19 toen Op het strand van Schouwen Prentbriefkaart uitgegeven door C. van de Klooster. 1952. Frans Beekman In deze serie zijn oude foto's van een inmiddels veranderd landschap vaak uitgangspunt van het verhaal. Bij het strand lukt dat niet, want dit landschap ziet er altijd hetzelfde uit. Vanaf zee zie je een bank met nat zand, dan een geul en daarna een tweede zandbank die veel dro ger is. De geul tussen het natte en droge strand heet officieel zwin en die staat dooreen mui in ver binding met de zee. Deze onderdelen van het landschap zijn overigens niet statisch en verplaat sen zich regelmatig onder invloed van zee en wind. Er komt vanuit zee soms zand bij, soms spoelt er veel zand weg 'hetstrao is maegerOn danks deze veranderlijkheid kan je foto's van het strand dus niet dateren. Daarvoor heb je een bouwwerk of ouderwets geklede mensen nodig. In de verschillende vloedlijnen op het strand trekken allerlei voorwerpen en de resten van planten en dieren de aandacht van de wandelaar. Over aan land gekomen spullen schreef ik al eens in de Noordzee-Sterna van 1992. Ditmaal komt het natuurlijke aanspoelsel aan bod. Hel is be kend dat dit aanspoelen sterk afhankelijk is van de wind. Zo ontstaat er bij oostenwind een aflan dige stroming van het oppervlaktewater, waar door met een onderstroom fijn materiaal vanuit de diepere vooroever op het strand wordt gewor pen. Je herkent dat aan de stukjes veen en hout. Daar vind je Fuikhorens, Wenteltrapjes en Tepel horens. Iedere strandwandelaar weet verder dat op sommige stukken kust veel te vinden is, terwijl het op andere stukken altijd kaal is. Door zeestro men kunnen ook plantenzaden, wier en schelpen op drijvende voorwerpen van heel ver komen. Boeiend zijn de tropische zaden die met de Golf stroom meedrijven en waarvan op Schouwen- Duiveland het Zeehart Entada gigas is gevonden. 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 4