Korte mededeligen Geharrewar rond ganzen in Zuid-Holland Gerard L. Ouweneel Op 31 maart 2005 verleende de provincie ontheffing aan de Faunabeheereenheid Zuid-Holland om 's zomers de ganzen te lijf te gaan, met als doel de schade aan landbouwgewassen te beperken dan wel te te voorkomen. Overigens, de provincie gebruikt nog steeds de term 'overzomerende' ganzen, een aanduiding die onjuist is. Indien het zou gaan om overzomerende ganzen, zou het betekenen dat ze elders broeden. Dat is onjuist, want dat doen ze hier. Vaststaat dat verreweg de meeste individuen het gehele jaar rond hier blijven. Bij de maatregel ging het om ganzen in het alge- meen.zodat viel op te maken dat de provincie bui ten Grauwe Gans, Kolgans en Brandgans, ook Soepgans, Canadese Gans en Nijlgans op het oog had. Zuid-Holland wenste de populatie terug te brengen tot circa 5000 stuks, naar haar oordeel een aantalniveau waarbij de schade aan land bouwgewassen gering zal zijn. Omdat in zomer 2003 alleen al het aantal in het noordelijk Deltagebied verblijvende Grauwe Ganzen uit kwam op 21.500 vogels, zou effectuering van de provinciale ontheffing betekend hebben dat tenminste 20.000 ganzen het loodje dreigden te leggen,dus letterlijk een slagveld! Zover kwam het vooralsnog niet. Zowel Fauna bescherming als Vogelbescherming Nederland (bezwaarschrift van 4 mei 2005) kwamen tegen de ontheffing in het geweer. Op 26 mei kwam de voorzieningenrechter in Den Haag tot uitspraak, waarbij de door Zuid-Holland verleende ont heffing werd geschorst. Argumenten waren het ontbreken van een deugdelijk faunabeheerplan (FBP) en het gemis van gedooggebieden. Daar mee is de kous niet af. Zuid-Holland geeft al enkele jaren vergunnin gen uit om 's zomers Grauwe Ganzen te schieten. Dat kan gebeuren door de Grauwe Gans aan te wijzen als z.g. "provinciale schadesoort" ex. art. 67 van de Flora- en Faunawet. Deze aanwijzing houdt in dat zonder FBP de soort toch kan worden bestreden buiten de gebieden die vallen onder de natuurbeschermingswet en gebieden die in eigen dom en/of beheer zijn van natuurbeschermings organisaties. Rond het Hollandsch Diep-Haring- vliet waar veel Grauwe Ganzen het jaar rond verblijvenwaren als gevolg van deze trouvaille de afgelopen jaren al veel Grauwe Ganzen de klos. De uitspraak van 26 mei jl. van de Haagse recht bank raakte deze gang van zaken niet, zodat ook zomer 2005 de Grauwe Gans in Zuid-Holland ge bukt ging onder de status 'provinciale schade- soort'. Hoe gaat dit eindigen? Het meest aannemelijk is dat Zuid-Holland met een deugdelijk FBP gan zen voor de zomerperiode op de proppen zal komen en op grond daarvan een ontheffing gaat verlenen voor vormen vanpopulatiebeheer. Want dat er iets gaat gebeuren staat wel vast. In haar persbericht naar aanleiding van de Haagse recht bank-uitspraak stelde Faunabescherming onder andere 'dat deze (de ganzen 's zomers) ganzen zich voornamelijk in natuurgebieden ophouden'. Welnu, daarbij vallen in ieder geval voor de noordoever van het Hollandsch Diep-Haring- vliet wel kanttekeninge te plaatsen. Tot slot van deze aflevering in de ganzen-feuil leton. Wederom, het zou aanbeveling verdienen creatiever om te gaan met de grote gebieden die rond en in het Hollandsch Diep-Haringvliet in uitvoering zijn om te worden omgevormd tot 'na tuurgebieden'. Want de toekomst kan toch niet zo uitpakken dat jaarlijks structureel grote contin genten ganzen afgeschoten gaan worden, terwijl alsdan in dezelfde streek veel gronden zijn inge richt als wateropvang- annex natuurgebied. Zo'n gang van zaken valt nooit te verkopen, noch aan natuurliefhebbers, noch aan ganzen en noch aan boeren. Wordt ongetwijfeld vervolgd. Met dank aan Vogelbescherming Nederland voor toezending van stukken. 101

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 31