kreeg wel een lichte voorkeur voor Spiesmelde. Hoe een doodgewone plantensoort vier amateur biologen toch weer gefopt heeft! De flora van Heukels geeft enige troost en stelt dat Spiesmelde en Uitstaande melde zeer variabel zijn en niet al tijd scherp van elkaar te onderscheiden zijn. Deze plekken hebben ons ongeveer een beeld gegeven van de slakkenfauna in het gebied. Ik heb nog in een bosje op de noordwestoever strooisel geschraapt, maar dat leverde geen nieuwe soor ten op. Het moet gezegd worden dat de bosbodem uit taaie, vrij droge klei bestond en dat het strooi sel werd gedomineerd door blad van Esdoorn en Eik. Dat zijn geen gunstige voorwaarden bij strooiselonderzoek: door de droogte zijn veel slakken weggedoken en het slecht verteerbare zure blad van genoemde soorten is geen goed slakkenvoer. Geheel aan de westzijde van het water wilden we ook nog even vissen, maar daar was teveel riet langs de oever. Recent was hier wel een voorzie ning aangelegd om het water van een rioolwater- overstort eerst wat te zuiveren in een bezinkbak. Ondertussen waren we op deze prachtige herfstmiddag alweer ruim twee uur bezig geweest en kwam daar onafwendbaar het moment van af scheid. Opeens viel het verkeerslawaai van de N59 ons op, toen de aandacht voor het slakkenra- pen was weggevallen. Huiswerk Het huiswerk met betrekking tot het uitzoeken van strooisel is hiervoor al behandeld en de be perkte resultaten behoeven geen verdere toelich ting. Het determineren van de waterslakken is een ander verhaal. Dat bleek door een wat onhandige benadering van dit aspect onnodig veel moeite te kosten. Ik had allereerst een tabel van Hoeksema c.s. (1991) gebruikt om levende dieren te determi neren. Klakkeloos ging ik determineren en be greep maar niet waarom mijn slakken niet exact met de beschrijvingen overeen kwamen. Dan was er ook nog het probleem dat de huisjes van de le vende have sterk begroeid waren met een dikke zwarte laag algen, wat herkenning van de beesten Jenkins'waterhoren. Potamopyrgus antipodarum komt algemeen voor in brak en (vooral) zoet water. De afgebeelde slakjes zijn niet veel groter dan 5 mm. Foto's: Lex Kattenwinkel. Dit is hem dan, het huisje van het naar Job Baster ver noemde slakje: Basters dri)is\ak Pleleobia stagnorwn. De naam drijfslak komt van de eigenschap om met behulp van luchtbellen aan het wateroppervlak te kunnen drij ven. In de praktijk lastig te onderscheiden van het sterk gelij kende Opgezwollen brakwaterhorentje Ventrosia ven- trosa, hieronder afgebeeld. Opgezwollen brakwaterhorentje Ventrosia ventrosa. 92

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 22