Eerste broedgeval Havik op Schouwen-Duiveland Ted C.J.SIuijter Theo de Kuiper Het móest er natuurlijk van komen. Het was niet de vraag óf de Havik als broedvogel op het 'vasteland' van Schouwen-Duiveland zou worden vastgesteld, maar veel meer; hoe snel. We hebben er uiteindelijk niet lang op hoeven wachten. Andere roofvogels gingen de soort de afgelopen decennia voor; Buizerd, Sperwer en Wespendief. In 2004 kunnen we daar de Havik aan toevoegen. Het is te danken aan de oplettendheid van mede-auteur en roofvogelasiel- houder Theo de Kuiper dat hij de soort als broedvogel in 2004 vaststelde in het Watergat bij Renesse. In vrijwel het gehele vasteland van Europa is de Havik broedvogel. Duitsland is daarbij hét bol werk van de soort; er broeden hier maar liefst 20.000 paar. De Havik is een uitgesproken bosvo gel. De laatste jaren worden echter ook minder beboste gebieden bezet. De soort is overwegend standvogekjonge dieren zwermen hoogstens een tiental kilometers uit om daar territoria te bezet ten. Het voedsel bestaat grotendeels uit vogels en zoogdieren. Duiven, lijsters, kraaiachtigen en konijnen blij keneen favorietmenu voor de soort.Meestal wor den deze prooien met een (soms adembenemen de) verrassingsaanval geslagen. Nederland Niet afbreekbare gifstoffen, gebruikt in de landbouw.zorgden voor een ware slachting onder de roofvogels in de jaren zestig van de vorige eeuw. Ook de Havik werd zwaar getroffen. Het verbod op deze stoffen en de aanplant van veel nieuw bos (en dus aanwezigheid van voedsel) hebben de afgelopen eeuw voor een spectaculaire toename gezorgd van de soort. Ten opzichte van de jaren zeventig van de 20e eeuw is de soort als broedvogel in ons land minstens verviervoudigd. Broedden er rond 1977 nog500-600paar,in de pe riode 1998-2000 ging het alom 1800-2000 paar. Zeeland Over de situatie in Zeeland bericht Henk Cas- telijns in het jaarverslag 2002 en 2003 van Roofvo gelwerkgroep Zeeland het volgende: "Lange tij d bleven waarnemingen van Haviken in Zeeland beperkt tot buiten het werkelijke broedseizoen. In de winter van 2001-2002 werd op de Goudplaat (Veerse Meer) een nest van de Havik gevonden (Mark Hoekstein). In 2002 en 2003 werden achtereenvolgens 5 en 6 broedparen gezien en 4 en 2 nesten gevonden. Het eerste be wijs van broedende Haviken kwam van de Hom pelvoet (Grevelingen) waar op 22 april 2002 een nest werd gevonden met 2 eieren. Op 4 mei was het nest verwaaid en de eieren verlaten (Kees de Kraker). Op 18 mei 2002 werd in het Markiezaat een nest met 4 eieren gevonden. Op 15 juni waren de eieren verlaten (Ton Bakker). Op 12 juli 2002 werd bij Bath een nest gevonden waarop ten min ste twee bijna vliegvlugge jongen zaten. Later bleek dat er drie jongen waren uitgevlogen (Ro- zemeijer en de Schipper 2002). Het was het eerste bewijs van een geslaagd broedgeval in Zeeland. Ookin Oranjezon (Walcheren) was erdat jaar een geslaagd broedgeval. Op 9 augustus 2002 werd er een adult vrouwtje met twee vliegvlugge jongen gezien (Jan-Willem Vergeer). In 2003 werden nes ten gevonden op de Haringvreter (Veerse Meer) en bij opnieuw OranjezonEr vlogen respectieve lijk 2 en 3 jongen uit. In de Grevelingen waar in 2003 wel werd gekarteerd, maar niet naar nesten is gezocht, ging het om zeker drie en mogelijk vier broedparen. Het totaal aantal broedparen in Zee land wordt voor 2002 op 5-8 en voor 2003 op 8-13 geschat." Broedgeval Watergat 2004 Tijdens een vroege voorjaarsronde in het Wa tergat vindt Theo de Kuiper daar bij een slootrand plukresten van een eend. De uitgestrektheid van de plukplaats valt op; een plaats van slaan, le pluksel, wegsleepresten en uiteindelijk onder braamstruiken een flinke pluk- en eetplaats. Het doet hem direct denken aan een krachtiger roof vogel dan Sperwer of azende Buizerd. Dan blijft 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 18