Met 67 broedparen was er in 1995 een flinke
toename, terwijl er in 2000 zelfs 86 paren geno
teerd werden. Een topjaar was 2001 met 108
broedparen en 242 jongen. Landelijk was er in
2002 een afname, maar in Zeeland werden 113
broedparen vastgesteld, dus een verdere toena
me.
Men constateerde dat Kerkuilen bij een tekort
aan Veldmuizen overschakelen op andere prooi
en, zoals spitsmuizen. Bruine ratten en vogels.
Schouwen-Duiveland
De Kerkuilenwerkgroep Schouwen-Duive
land ging in 1987 met twee personen van start. Na-
melijk Jos van Felius en mijzelf. We begonnen met
het inventariseren van solitaire Kerkuilen, die
vaak bivakkeerden op boerderijen. Door het
plaatsen van broedkasten telden we in 1992 al 5
broedparen met 17 jonge uilen. In 1993 noteerden
wij 7 broedparen. Het veldmuizenjaar van 1996
zorgde voor 13 broedparen met 41 jongen, waar
van 20 exemplaren zijn geringd voor het Vogel
trekstation te Heteren.
De laatste jaren staan we stabiel op circa 15
broedsels, met een variërend aantal jongen. Voor
Schouwen-Duiveland was 2004 een topjaar, met
in totaal 22 broedparen met 78 jonge Kerkuilen.
Er waren maar liefst 6 tweede broedsels met 22
jonge uilen. Het eindtotaal bedroeg 100 jongen
(gem. 3,5 per legsel). Daarvan zijn 40 exemplaren
door ons geringd voor wetenschappelijke doel
einden. Bij een tweede broedsel te Burgh had een
koppel Kerkuilen zelfs 7 jongen. Dit was de eerste
keer dat er een op een agrarisch bedrijf zo'n groot
broedsel werd vastgesteld. Ook kon men op
Schouwen-Duiveland weer de donkere vorm van
de Kerkuil Tyto alba guttata noterenmet4j ongen
en een tweede broedsel met 3 jongen.
Mede door de inzet van Simon Hart,zijn er in de
afgelopen jaren veel kasten geplaatst. Het aantal
ligt nu op ruim 90, waarvan 42% bezet is door
zowel broedparen als solitaire uilen.
Conclusies
Uit de opmars van roofvogels en uilen kan ge
concludeerd worden.dat de jaren met grote sterf
te vanwege niet afbreekbare gifstoffen verleden
tijd zijn geworden. Deze vogels zijn de graadme
ters voor de kwaliteit van onze natuur en het mi
lieu.
Door onze inspanningen voor de Kerkuil, heb
ben we op een aantal gemengde agrarische bedrij
ven weer vele 'boerenuilen' terug.
Nog steeds vinden Kerkuilen de dood als ver
keersslachtoffer (35 tot 60 maar ook door ver
drinking in waterbakken, raamslachtoffers, prik
keldraad enz. komen veel vogels om. Deze
gegevens komen naar voren door het ringen van
de vogels, want geringde exemplaren worden
vaker gemeld. Tegenwoordig worden roofvogels
en uilensoorten verhandeld,zowel aan valkeniers
als aan burgers. Deze vreemde handel is deels ont
staan naar aanleiding van de films over Harry Pot
ter. Het is te hopen dat het Ministerie van LNV
samen met Vogelbescherming Nederland hier
snel een eind aan maakt, want deze vogels horen
in de natuur en niet in gevangenschap.
Dankwoord
Veel dank gaat uit naar medewerkers Jos van
Felius, Simon Hart en Vincent Krans. Tevens aan
alle vogelaars en agrariërs die spontaan Kerkui-
lengegevens aan mij doorgaven.
Literatuur
Jong, J. de, Fopma, A., Huigen, P., 2004. De Kerkuil de
boer op. Vogelbescherming Nederland. Zeist.
Buise, M., Honingh, N.- J., 2002. Nieuwsbrief 2000/2002.
Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut.
Mebs,Th., Scherzinger, W., 2004 Uilen van Europa.Ti-
riton natuur. Baarn.
15