2003 een beter dagvlinderjaar
Kees de Kraker
Na een aantal jaren van kommer en kwel, beleefden we weer eens een jaar waarin je die
vrolijke fladderaars wat meer te zien kreeg. Nu was het in de afgelopen jaren niet altijd
met alle soorten even mager. Het waren vooral de vroeger o zo algemene tuinvlinders als
Kleine vos en Dagpauwoog die het toen lieten afweten.
In dit artikel worden bepaalde soorten eruit gelicht, het is niet de bedoeling binnen dit
kader een compleet overzicht te geven.
Tuinvlinders
Hetstikte overal van de Diste vlinders. Foto: Henk Harmsen.
Dit j aar was er een aardige zomergeneratie van
Kleine vos en Dagpauwoog, al kon deze nog niet
in de schaduw staan bij de aantallen zoals die
vroeger wel eens te zien waren. Mogelijk kwam
het door de droogte, maar een nazomergeneratie
bleef opvallend achterwege. Zodoende dit jaar
nauwelijks vlinders op de herfstasters. Temeer
omdat er ook duidelijk minder Atalanta's waren.
Van massale verplaatsingen in zuidwestelijke
richting zoals vorig jaar. werd dan ook geen mel
ding gemaakt.
De meest talrijke soort die overal te zien was,
was die andere trekvlinder, de Distelvlinder.
Begin mei arriveerden de eerste exemplaren.
Deze vlinders plantten zich hier voort, terwijl in
juni ook nog massa's uit het zuiden arriveerden.
Zodat eind juli de laatkomers samen met de nieu
we generatie Distelvlinders een grote massa
vormden die tot in de kleinste bloementuintjes
wist door te dringen.
Veel vlinders die overdag over een groter ge
bied verspreid zijn.zoeken tegen de avond een ge
zamenlijke slaapplaats op. Van het Icarusblauwtje
werd dat door mij al eens in de Sterna beschreven.
Of Distelvlinders dat ook hebben is de vraag,
maar ze zoeken tegen de avond graag een beschut
plekje om zich nog even te warmen in het late zon
netje. Op de Hompelvoet is dat de vogelwachters-
70