Eerste broedgevallen Grote Mantelmeeuw
op Schouwen-Duiveland
Ted C.J.SIuijter
Opnieuw heeft zich recentelijk een nieuwe broedvogelsoort gevestigd op Schouwen-
Duiveland.
Het betreft de Grote Mantelmeeuw. In de jaren 1999 t/m 2002 zijn voor het eerst broed
gevallen vastgesteld op eilanden in de Grevelingen en in natuurontwikkelingsproject De
Schelphoek in de Oosterschelde. Weliswaar gaat het om buitendijkse nestplaatsen, maar
ze vallen wel binnen de gemeentegrenzen van Schouwen-Duiveland.
Algemeen
De Grote Mantelmeeuw is in werkelijkheid
ook de grootste meeuw ter wereld. De soort
broedt bij voorkeur aan de kust. Het voedsel be
staat uit vis, schaaldieren, afval en vogels. Auteur
nam dit laatste zelf waar; in 1988 doodde een
Grote Mantelmeeuw op Neeltje Jans een Zee
koet (waarschijnlijk een Borcea-slachtoffer) en
vloog er zelfs mee weg. Enige jaren geleden zag ik
tevens hoe de soort een Fuut ving op de Grevelin
gen en deze doodde door er zeer krachtig op in te
hakken. De soort gedraagt zich ook als zgn klep-
toparasiet. Dit betekent dat hij voedsel afpakt van
andere vogels. Dit is regelmatig te zien aan bij
voorbeeld de Brouwersdam. waar Grote Mantel
meeuwen zich ophouden in groepjes duikende
Eidereenden. Zodra deze met prooi bovenko
men, tracht de Grote Mantelmeeuw dit af te
nemen.
De Grote Mantelmeeuw in Europa
In Europa broedt de soort vooral langs de At
lantische kust van IJsland,Noorwegen en de Brit
se Eilanden. Ook langs de Oostzee en aan de kust
van West-Frankrijk bevinden zich populaties.
Recente aantalssachattingen spreken in totaal
van zo'n 120.000 paar. De soort is op veel plaatsen
opvallend toegenomen in de 20e eeuw. De eerste
broedgevallen in Frankrijk stammen van 1925,
die van Denemarken uit 1929. In Nederland
broedt de soort nog maar sinds ruim 10 jaar en
gaat het in 2000 om zo'n 15 broedpaar. Uit ring-
onderzoek is gebleken dat de in Nederland over
winterende dieren vooral afkomstig zijn uit
Noorwegen.
Vestiging in het Deltagebied
Het eerste Nederlandse broedgeval vond re
centelijk plaats in 1993 in het Veerse Meer. Daar
na werden o.a. in Europoort, Grevelingen, Volke
rak en Markizaat broedgevallen vastgesteld. De
SOVON Atlas van de Nederlandse Broedvogels,
welke in 2002 verscheen, meldt dat deze Bretonse
populatie in 20 jaar verzevenvoudigde. Het lijkt
dan ook waarschijnlijk dat de vestiging in het Del
tagebied een gevolg is van de uitbreidende popu
latie in Bretagne.
Schouwse broedgevallen
Het is te danken aan de, in opdracht van SBB
werkende en oplettende, Grevelingen-bewakers
Kees de Kraker en Philipp Derks dat een eerste
broedgeval in 1999 werd opgemerkt op de oever
verdediging van de Stampersplaat bij Zonnemai-
re.
Ook in 2000, 2001 en 2002 broedde hier een
paar, evenals een tweede broedpaar voor de Gre
velingen op oeververdediging bij Dwars in de
Weg bij Brouwershaven.
In 2002 werd een nieuw broedgeval vastgesteld
op één van de eilandjes in het buitendijkse na
tuurontwikkelingsproject in de Schelphoek. In
vrijwel alle gevallen kon worden vastgesteld dat
meerderejongenuitvlogen.
Conclusie
Het ziet er naar uit dat de Grote Mantelmeeuw
zijn niche in het Deltagebied heeft gevonden. De
soort is al enige jaren broedvogel en het ziet er
naar uit dat hij dit blijft. Sommige vogelaars kijken
met enige argwaan naar deze ontwikkeling. De
Grote Mantelmeeuw staat niet bekend als een lie-
10