Landschap 19 toen Rijkszeewering Oude Hoeve (1964) Foto:J.F.J, van den Berge (collectie:Teun Rosmolen). Vanaf een stuivende uitloper van de Verklikkerduinen kijken we naar het noordoosten over een lage kade. Het zand verplaatst zich op de overheersende wind precies in dezelfde richting. Rechts daarvan begrazen koeien de binnenduinen van de Oosteren Ban ('vroongronden') en links ligt een smalle hoge zeereep die door het rechte karakter menselijke invloed veronderstelt. Aan de horizon zien we de witte gebouwtjes bij het Watergat en links staat het oude lichtwachtershuis, dat nu een recreatieve bestemming heeft. Rechtsboven ontwaren we vaag het bos rondom de eendenkooi. Hoe is dit gecompliceerde landschap tot stand gekomen? In de 16de en 17de eeuw waren de duinen hier zeer smal en zat er een opening -het Palinxgat- waardoor de binnenduinen in de winter en het voorjaar overtollig water op het strand en de zee loosden. De duinboeren hielden zo hun gronden droog en dat maakte ze beter geschikt voor land bouwkundig gebruik. Door het verzanden en dichtstuiven van het Palinxgat werd deze afwate ring belemmerd en in 1683 werd besloten het win- terwater in de richting van Renesse te leiden. Bij Moermond stroomde sindsdien zoet duinwater in de zilte polder Schouwen. Ook in de 18de eeuw bleef het hier een laag en zwak kuslvak.dat regel matig terugweek. Het district Noorderslrand was een zorgenkind van het waterschap. Ter wille van de veiligheid werd in 1834 en later in 1846/47 een zanddijk aangelegd die later ver hoogd werd. Dat is nu de begroeide zeereep links op de foto. In 1858 werd landinwaarts de lage kade gemaakt. We mogen dat een 'duininlaagdijk' noe men. De grond voor deze dijken kwam uit het stuk land ertussen. Op het kaartje en op de foto zijn die gaten als rietputten te zien. Het is een ideaal 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2001 | | pagina 3