land zelfmaar ook uit West-Brabant, Zuid-Hol
land en Flevoland. Anders was het gesteld met een
Duitse Kerkuil die op20februari2000doorT. J .de
Kuiper uit Haamstede langs de N59 bij het B P Sta
tion te Serooskerke dood werd aangetroffen.
Deze vogel was geringd op 26 juni 1999 te Wul
kenzin (3 km. ten zuidoosten van Neubranden-
burgen had in 239 dagen 667 km. afgelegd. Deze
gegevens zijn afkomstig van het N.I.O.O. (Neder
lands Instituut voor Oecologisch Onderzoek) of
tewel de Ringcentrale te Heteren.
Wel en wee van de eilandelijke populatie
Voorde Kerkuil is leven en overleven een harde
strijd in de natuur. De Kerkuil is samen met de
Huismus één van de soorten die sterk gebonden
zijn aan menselijke bebouwing en activiteiten..
Dat deze activiteiten ook fataal kunnen zijn blijkt
uit het feit dat er in 1990 in de Provincie Zeeland
35 dode Kerkuilen als verkeerslachtoffer werden
gevonden.
In 1996 broedden er op het eiland 13 paar Kerk
uilen met in totaal 41 pulli. In het najaar van het
zelfde jaar werden er 10 vogels dood gevonden als
verkeerslachtoffer, hetgeen betekent dat bijna
25% van de aanwas van de Schouwen-Duive-
landse populatie ten offer viel aan het snelver
keer. En blijkt uit-een andere menselijke activi
teit die slecht uitpakt voor Kerkuilen- het gebruik
van het muizengif'Finito' in de landbouw. Dit ro-
denticide wordt vooral in bietenvelden onder
dakpannen en in draineerbuizen uitgelegd. Het
bevat "chloorfacinon' een antï-bloedstollings-
middel dat niet alleen onder Kerkuilen maar ook
onder andere predatoren veel slachtoffers maakt.
Gelukkig startte er in 1997 een samenwerkings
verband tussen de AID (Algemene Inspectie
dienst) te Eindhoven en het ID-DLO in Lelystad.
De laatstgenoemde instantie verricht bij door de
AID aangeleverde dieren die door verdachte oor
zaken om het leven zijn gekomen een chemisch-
toxicologisch onderzoek. Hopelijk kunnen de re
sultaten van zulk onderzoek leiden tot het
uitbannen van vergiften als 'Finito'.
Dat Kerkuilen in muizenarme zomers niet ver
hongeren komt doordat er dan overgeschakeld
wordt op een ander menu. Zo had een broedpaar
in de droge zomer van 1996 nabij de Oosterlandse
Polder 6 jongen. Deze pulli werden gevoerd met
jonge Spreeuwen die 's nachts sliepen in een na
burig bosgedeelte.Dit broedpaar was ook nogbij-
zonder omdat het ging om de donkere ondersoort
Tyto alba guttata. Alle zes de jongen kwamen
voorspoedig groot op het Spreeuwenmenu.
1997 was een diep daljaande populatie kelderde
naar 4 broedparen met maar 12 jongen. Iets waar
men niet vrolijk van wordt. In 1998 waren de cijfers
weer beter: 7 broedparen met in totaal 16 pulli
waarvan er 11 werden geringd. In heel Zeeland
broedden dat jaar 57 paren. In datzelfde jaar ver
kreeg auteur van de Ringcentrale in Heteren een
ringvergunning speciaal voor Roofvogel- en Ui-
lenonderzoek op Schouwen-Duiveland. Met de
resultaten van zulk onderzoek kunnen ook de Na
tuur- en Vogelwacht en de Vogelwerkgroep hun
voordeel doen omdat men zo meer te weten komt
over de levenscyclus van deze zeldzame soorten.
1999 was een topjaar: er werden 11 broedparen
met in totaal 29 pulli genoteerd. Van de jonge vo
gels werden er 24 geringd. Gezien de veldmuizen-
cyclus zou 2000 een daljaar moeten worden. Dat
werd het -in heel Nederland zelfs- niet! De stand
bleef met 10 broedparen bijna gelijk en er waren
maar liefst 36 pulli waarvan er 21 werden geringd.
In heel Zeeland waren er 86 broedparen waarvan
er 8 voor een tweede maal tot broeden kwamen.
Momenteel zijn er op Schouwen-Duiveland
ruim 70 Kerkuilenkasten -verdeeld over het hele
eiland- geplaatst. Van deze kasten is circa 35 re
gelmatig bezet door broedparen maar ook door
solitaire Kerkuilen. De soortbeschermings-acti-
viteiten -waarvan de positieve resultaten al meer
dan 10 jaar zichtbaar zijn- worden thans door 3
personen over heel het eiland uitgevoerd. Als de
Kerkuilenbescherming in de komende jaren op
dezelfde wijze wordt uitgevoerd als in de periode
1987-2001 zal de soort op Schouwen-Duiveland.
mits muizenvergiften en snelverkeer geen steeds
hogere tol gaan eisen, hopelijk zelfs nog in aantal
toenemen.
Dankwoord
Veel dank is verschuldigd aan medewerker aan
het project 'vanaf het eerste uur':.los van Felius uit
Ouwerkerk en aan Simon Hart uit Scharendijke
die er later bij kwam. Verder dank ik A. H. N.
Schaap en G.Slob voor hun ringwerk in de begin
periode en tot slot allen - vogelaars en agrariërs- die
meldingen over Kerkuilen aan mij doorgaven.
52