Goeree-Overflakkee Om tot zo'n gezamenlijke aanpak te komen moet een zekere schroom overwonnen worden. Het klinkt wellicht verdacht wanneer een land bouwer samen wil werken met een natuurbe schermer. En omgekeerd vraagt het veel vertrou wen van natuurbescherming om de landbouw agrarisch natuurbeheer te laten doen. Gelukkig zijn er ook voorbeelden. Zo is er een agrarische natuurverenigingin Dongeradeel (Friesland) De Guozzekrite (vraag me niet dit goed uit te spre ken), die het ganzen-'probleem' op alternatieve wijze aanpakt. Centraal staat het gedogen van ganzen op het land van boeren, inplaats van ze te verjagen. Deze aanpak vraagt een andere hou dingvan de boeren.omdat de bedrijfsvoering hier op aangepast moet worden. Om de resultaten te volgen en ook het publiek te informeren hebben ze daarbij het plan opgevat om een ganzenvolg- station op te richten. Het grote verschil met Goe ree-Overflakkee is evenwel, dat het in Friesland om grasland gaat en op Flakkee om bouwland. Een wat andere problematiek, waarbij het boven dien makkelijker is om subsidie te krijgen voor grasland dan voor bouwland. Toch mag dit m.i. geen belemmering zijn. Als betrokken partijen met elkaar een goed plan maken,moet een zich re specterende overheid, die een dergelijke samen werkingen aanpak juist propageert, hiervoor ook in de buidel willen tasten. Uiteraard dient bij oplossingen nadrukkelijk rekening gehouden te worden met de wensen en randvoorwaarden vanuit de landbouw. Immers, het binnendijks gebied blijft primair een agrarisch gebied. Uiteindelijk dient een geïntegreerd ont- werp-plan ontwikkeld te worden, waarbij één of meer proefgebieden worden aangewezen. Be langrijk struikelblok bij de huidige regelingen via het Jachtfonds is, dat er alleen een vergoeding wordt uitgekeerd voor niet-voorkoombare en aantoonbare schade. Voor aantoonbare activitei ten van een georganiseerde opvang zijn er alleen beheersovereenkomsten voor graslandgebieden. Daarnaast bevatten deze veelal ook beperkingen voor de bedrijfsvoering van landbouwbedrijven. Het bovengeschetste plan gaat uit van belonen voor opvang en goed beheer. Afspraken over nieuwe gebiedsregelgeving en financiering van deze proefprojecten dienen te worden vastgelegd in een intentieverklaring en/of convenant tussen de betrokken partijen. Vernieuwende elementen: Een dergelijke aanpak kan m.i. een doorbraak in denken en handelen tot gevolg hebben rond ag rarisch natuurbeheer en ganzenopvang op Goe ree-Overflakkee. Zowel vanuit het perspectief vanuit de landbouw als vanuit het perspectief van de natuurbeschermers, maar ook vanuit de over heid. Geen defensieve opstelling over en weer, maar gezamenlijk aanpakken en belonen naar inzet en succes. Voor de financiering van een proefproject moet een financieringskader lot stand gebracht worden met vergoedingen voor gederfde schade, activi teiten en onkosten voor gerichte opvang en. in dien noodzakelijk, voor'gerichte' verjaging. Van uit de overheid (Ministerie van LNV, Provincie, gemeenten en Waterschap, kan gedacht worden aan een Stimuleringsregeling voor Agrarisch Na tuurbeheer. Daarbij kan de te formuleren aanpak voor het akkerbouwgebied wellicht ook voor an dere regio's in Nederland gebruikt worden. Risico's Voor een deel staat of valt het plan met de be reidheid van de verschillende partijen om aan het project deel te nemen. Goede promotie, duidelij ke afspraken en het nakomen hiervan zijn bepa lend voor hel succes. Uitvoering tot dusverre Na het opstellen van dit plan is het Bestuur en de Vogelwerkgroep van de Vereniging geraad pleegd. Zij onderschreven het idee van harte. Dit heeft geleid tot het uitnodigen van een groep van 'spelers 'in het veld om me t deze discussie een aan vang te maken. Het overleg is op 13 maart j.l. ge houden. Over de resultaten en het vervolg hiervan in een ander verslag. Jos Hendriks, Adviseur Planologie 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2001 | | pagina 32