Duinakker tussen Prinsenhoeve en eendenkooi (rechts). Met de windmolentjes wordt het waterpeil van de eendenkooi
geregeld. Foto: Ted Sluijter.
werden iets hogere ruggetjes gemaakt. Rond de
percelen lag vaak een lage houtwal. De op deze
wijze ontgonnen stukken heetten 'Haymannen'.
Later zou men de naam Hayman veranderen in
'elzenmeetjes'.
Tot ca. 1650 bestond er een slufterachtige situ
atie bij het Watergat. Deze opening in de duinen
heette hel Palinxgat. Door deze opening waterde
dit (lage!) deel van Schouwens duinen op natuur
lijke wijze af in de Noordzee. Rond 1650 stoof het
Palinxgat dicht. Het duurde tot 1683 voordat met
een systeem van 'waeteringen' (afwateringsslo-
tenen windmolentjes het water van de Oosteren
en Westeren Ban richting polder kon worden af
gevoerd.Toch bleef het ook toen erg nat.
In het gebied liggen dan boerderijen met (anno
2000 tot in Randstad en Roergebied bekende)
namen als Prinsenhoeve en Duinhoeve.
Het Palingsgat was door zijn lage ligging, slechts
1 tot 3 m+ NA P.gewoon een meer. Dit veranderde
echter na het gereedkomen van het stoomgemaal
in 1877. Het neerslagoverschot van de winter kon
snel worden afgevoerd. Daardoor kon rond 1890
midden in het Palingsgat een eendenkooi worden
aangelegd. Echter, de afwatering zorgde voor een
afname van de oppervlakte elzen melen. De begin
20e eeuw opkomende fruitteelt in het gebied had
zowaar ('s-zomers) last van verdroging. In de wa
tergangen werden daartoe stuwtjes gebouwd om
in het zomerhalfjaar voldoende zoet water vast te
houden. Met de herverkaveling na de Ramp van
1953 gaat het polderpeil nog verder naar beneden.
Tevens worden afwateringsslolen uitgediept en
stuwen opgeruimd. Het mag duidelijk zijn dat dit
grote gevolgen heeft gehad voor de (broed)vogel-
bevolking. Vochtminnende soorten als weidevo
gels, eenden en rietzangvogels nemen sterk in
aantal af, of verdwijnen. De snel opkomende re
creatie versterkt deze verandering; door ruimte
beslag en verstoring verdwijnen kritische soorten
als(Grauwe) Kiekendief en Wulp.
In tegenstelling tot vrijwel het gehele duinge
bied van Schouwen is er anno 2000 geen sprake
van verhoging van de grondwaterstand in het Wa
tergat-gebied. De reden is voornamelijk gelegen
in het nog steeds bij particulieren in gebruik zijn
van enkele (onvervalste!) duinakkers en een in
werking zijnde eendenkooi. Het beleid van de
Provincie Zeeland is er op gericht om op termijn
het Watergat te vernatten
Onderzoek
Bij de tellingen in 1975 en 1986 is gebruik ge
maakt van de karteringsmethode. Hierbij worden
bij elke inventarisatieronde de territoria van (mo
gelijke) broedvogels op een kaart van het gebied
75