In het voorjaar hebben volwassen Dwergmeeuwen een donkere kop en dikwijls een opvallend roze gloed over het wit van borst en hui k.'s Winters bieden, naast vluchten silhouet.de vleugels zonder zwart aan de bovenkanten de donkere onderkant hiervan.een goed herkenningspunt. Foto:Henk Harmsen. Biotoop Vast komt te staan dat overeen tijdvak van ten minste 30 jaar Dwergmeeuwen in de maanden juni tot en met augustus de Ventjagersplaat/Hel- legatsplalen frequenteren. Hiermede scharen de platen zich bij bet rijtje binnen onze landsgrenzen gelegen gebieden waar de soort pleegt te overzo- meren (SOVON 1987). Omdat ook toen het tij nog liep,dus vóór de haringvlictsluiting in 1970, 's zomers Dwergmeeuwen op de Ventjagersplaat aanwezig waren, behoeftniel te worden verwacht dat met de komst van gedempt getij (Lofvers 1999) de soort het gebied als overzomeraar de rug zal toekeren. Ol' Dwergmeeuwen ooit in het del tagebied tol een permanente broedkolonie zullen komen valt te bezien. Nederland, en het Deltage bied in hel bijzonder, ligt al buiten het broedare- aal. Dwergmeeuwen zijn broedvogels van zoet watermoerassen en op zich is het al merkwaardig dat zowel in Lauwersmeer als Deltagebied wordt/werd gebroed op recent droogevallen gronden c.q. onlangs gecreëerde eilanden. Indien in het vooruitzicht gestelde terreinontwikkelin gen rond en in Krammer-Volkerak en Haringvliet later deze eeuw juist blijken uit te pakken, zullen ook zoetwatermoerassen deel uilmaken van de biotopen die in het voorjaar door het Deltagebied trekkende Dwergmeeuwen erzullen aantreffen. Literatuur Dijk. A-J van. R. Kleefstra, D. Zoetebier R.Meijer. 1999. Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 1997. SOVON-moniloringrapport 1999/09. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen. GlutzvonBlotzheim U.N.& K.M.Bauer. 1982. Handbuchder V'gel Milteleuropas. Band 8/1 Ckaradriiformes (3.Teil). Akade- mische Verlagsgesellschaft-Wiesbaden. Grant. RJ. 1982. Gulls. A guide lo identification.T A D Poyser. Gallon. Engeland. Lofvers, E. 1999. MER Beheer Haringvlietsluizen. Directie Zuid-Holland. Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Directo raat-Generaal Rijkswaterstaat. MeiNINGER. P.L. 1992. Broedpoging van Dwergmeeuw Lams Mi nimis in het Krammer-Volkerak in 1992. Limosa 65:170-171 Meininger, P.L.. C.M. Berrevoets R.C.W. Strucker. 1999. Kustbroedvogelsin het Deltagebiedréen terugblik op twintigjaar monitoring (1979-1998). Rapport RIKZ-99.025. Middelburg/ Culemborg. Ouweneel. G.L. 1989. Voorjaarstrek en overzomeren van Dwergmeeuwen Larus minutus in het noordelijk Deltagebied. Het Vogeljaar 37:155-157. Ouweneel.G.L. 1999. De Ventjagersplaat, een watcrvogelreser- vaal van internationaal belang. In Mieke Luitwieler e.a. Vogels van de Hoeksche Waard. Vogelwerkgroep Hoeksche Waard. Oud-Bcijerland. Poorter. E.P.R 1989. Beheersvisie Krammer-Volerak. Een dracht,Zoommeer. Flevoberichl nr.3'1 0. Rijkswaterstaat directie Flevoland. Lelystad. SOVON. 1987. Atlas van de Nederlandse Vogels. Almelo. Teixeira, R.M. 1979. Atlas van de Nederlandse broedvogels. Deventer. Zwarts, L. 1974. Vogels van hel brakke getijgebied. Arnhem. 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2000 | | pagina 23