Onvolwassen (le jaars) Dwergmeeuw. Onvolwassen exemplaren hebben de karakteristieke donkere zig-zag streep
over lnin vleugels, die we wel bij meer soorten zien. Het blijft opletten! Foto: Henk Htinmen.
de vogels dan eveneens fouragerend te zien zijn.
Gerust wordt dan vaak op de nog kale. deels geï
nundeerde strook aan de zuidwestzijde van het
'Zwartkopmeeuweneiland'. tegenover de
waarnemingshut 'De Zwartkopmeeuw1.
Kleden en broeden
Van de soms tot enkele duizenden Dwerg
meeuwen die tijdens de voorjaarstrek het Delta
gebied passeren (Meininger e.a. 1999. Ouweneel
1989) blijven slechts enkele adulte vogels hangen.
Het overgrote deel van de op de Ventjagersplaat 's
zomers aanwezige Dwergmeeuwen betreft on
volwassen exemplaren in twee leeftijdscate-go-
rieën. eerste- en tweede-zomer vogels. Zelfs bij
een gezelschap van tientallen vogels valt het dan
niet mee individuen te ontdekken met een nage
noeg identiek verenkleed. Grant (1982) geeft aan
dat eerste- en tweede-zomer Dwergmeeuwen en
eerste- en tweede-winter vogels in kleden elkaar
enkele maanden kunnen overlappen. Het veel
soortig palet aan kleden waarmee de op de Vent
jagersplaat annex Hellegatsplaten overzomeren-
de vogels zich presenteren, bevestigen deze these.
Teixeira 1979) geeft een overzicht van de historie
van de Dwergmeeuw als broedvogel in Neder
land tussen 1942, het jaar dat broeden binnen de
landsgrenzen onomstotelijk kwam vast te staan,
en 1978. toen niet minder dan 61 paar broedden in
het Lauwersmeer. Nadien handhaafde de soort
zich ter plekke als broedvogel, hoewel niet jaar
lijks (van Dijk e.a. 1999). Aanvankelijk waren het
voornamelijk tweede-zomer vogels die in het
Lauwersmeer tot broeden kwamen, vogels die
dus voor de eerste maal aan het broedproces deel
namen. Hel succes was gering.Toen later het aan
deel volwassen vogels toenam, verbeterden de
broedresullalen (SOVON 1987).
In 1992 kwam broeden in het Deltagebied vast
te staan. In een op de Noordplaat in het Krammer-
Volkerak gelegen gemengde kolonie Kokmeeu
wen en Visdieven trof men een paartje adulte vo
gels aan met een drielegsel. Dit broedgeval
mislukte Meininger 1992).Van de in totaal tussen
1992 en 1998 rond en in het Krammer-Volkerak
vastgestelde 6 broedgevallen (1995-1997 niet),
kwam alleen in 1994 een broedgeval tot kuiken-
stadium. Daarbij ging het om een paartje tweede-
zomer vogels, dat broedde op een van de kunst
matige eilandjes bij de Hellegatsplaten. De
broedgevallen in de andere jaren liepen alle
vroegtijdig spaak.
84