ingetekend. Het door ons uitgevoerde onderzoek
is volgens de 'turfmethode' uitgevoerd. Hierbij
worden de territoria 'geturfd'. In de praktijk blijkt
de karteringsmethode veel nauwkeuriger; het le
vert vrijwel altijd hogere aantallen op. Een exacte
kwantitatieve vergelijking is hierdoor niet moge
lijk. Daarnaast is de onderzochte oppervlakte niet
exact gelijk. Echter.significante veranderingen in
aantal en verandering in soortensamenstelling
vallen natuurlijk wel op.
Ons onderzoek in de periode 1993-1999 omvat
voornamelijk vroege-ochtendtellingen in de pe
riode maart-juli.
Late avond-of nachttellingen zijn door ons niet
verricht. Mogelijk zijn daardoor nacht-actieve
soorten als Ransuil, Houtsnip en Waterral gemist.
RESULTATEN 1993-1999
Elzenhakhout en Berkcnhos
Het westelijk van de Hoogenboomlaan gelegen
(Elzen)bos en berkenopslag heeft een broedvo-
gelbevolking die het kenmerk draagt van een ta
melijk jong bos.
Bepalende soorten zijn Fazant, Winterkoning,
Heggemus. Roodborst, Merel.Zanglijster.Zwart-
kop.Tjiftjaf. Fitis en Kool- en Pimpelmees. Daar
naast komen er kleine aantallen voor van Groe
ne- en Grote Bonte Specht, Holenduif, Koekoek,
Braamsluiper, Tuinfluiter, Vlaamse Gaai en
Zwarte Kraai. Waardevol is het hier jaarlijks broe
den van Zomertortel,Spotvogel en Nachtegaal.
Open duin( weide
Het hogere en drogere deel met hier en daar
slechts een struikje kent broedvogels als Ber
geend. Scholekster. Fazant. Graspieper. Tapuit.
Roodborsttapuit. Nachtegaal. Sprinkhaanzan
ger, Grasmus en Kneu.
In het vochtige deel zijn de Wilde Eend, Slo
beend. Bruine Kiekendief, Rietzanger. Bosriet-
zanger. Kleine Karekiet en Rietgors bepalende
soorten. Opvallend is het jaarlijks broeden van de
Brandgans, een soort die zich hierin 1990 vestig
de. Verder broeden er Kievit en enkele Fitissen.
De Eendenkooi
De kooi met omringend bos is broedplaats voor
o.a. Wilde Eend. Fazant. Zomertortel. Holenduif.
Houtduif. Tjiftjaf. Merel. Winterkoning. Rood
borst, Heggemus en Zwartkop. Opvallend is het
broedgevalvan Blauwe Reiger in 1995 en het sinds
1994 (vrijwel) jaarlijks broeden van de Buizerd.
Vermeldenswaard is verder het jaarlijks broe
den van enkele paren Boerenzwaluwen aan het
huis van mw.Moolenburgh en een paar Torenval
ken in de bomen van een huis aan de Hoogen
boomlaan, iets oostelijk van de eendenkooi.
Vergelijking met eerdere gegevens: ontwikkelin
gen (zie ook tabel 1)
Al eerder is opgemerkt dat een 1 op 1 vergelij
king met eerder onderzoek niet mogelijk is. Met
enige voorzichtigheid is echter wel iets te zeggen
over trends. Vergeer( 1986) merkte al op dat tus
sen tellingen in de jaren 1975-1979 en zijn inventa
risatie in 1986 een duidelijk verschil zat. Zo waren
als broedvogel o.a. verdwenen :Zomertaling,To-
renvalk. Patrijs. Waterral.Tureluur. Grutto. Kok
meeuw, Turkse Tortel, Steenuil, Grote Bonte
Specht. Boompieper. Gele Kwikstaart, Boeren
zwaluw, Huiszwaluw, Paapje, Gekraagde Rood
staart. Slaartmees, Groenling. Ringmus en Kauw.
Als nieuwe soorten noteerde hij o.a. Kuifeend.
Zilvermeeuw. Stormmeeuw en Boomkruiper.
Vergelijken we ons onderzoek uit de periode
1993-1999 met het onderzoek uit 1986 dan vallen
de volgende zaken op. Als broedvogel zijn sinds
1986 verdwenen: Wintertaling. Waterhoen, Meer
koet. Veldleeuwerik. Spreeuw en Huismus. Dui
delijk in aantal achteruit zijn: Dodaars (laatste in
1997), Zomertortel, Bergeend (afname konij
nen!). Ransuil (laatste in 1993,dus waarschijnlijk
zelfs verdwenen). Tapuit. Kleine Karekiet en
Spotvogel (laatste in 1998).
Gelukkig zijn er ook soorten 'terug van wegge
weest'. Dit geldt voor Torenvalk. Boerenzwaluw.
Boompieper (hoewel slechts onregelmatig broe
dend).Gekraagde Roodstaart en Groenling.
Nieuwe broedvogels zijn: Brandgans (sinds
1990), Bruine Kiekendief (sinds 1994). Buizerd
(sindsl994), Roodborsttapuit (sinds 1993),
Sprinkhaanzanger (sinds 1993) en Staartmees
(sinds 1993).
De Roodborsttapuit (rechtsboven) is een recente nieuw
komer bij het Watergat. De laatste jaren gaat het deze
soort in Nederland voorde wind. Minder gunstig is de lan
delijke trend voor de Zomertortel (rechtsonder) die juist
afneemt, wat ook bij het Watergal hel geval was. Locale
omstandigheden zijn lang niet altijd debet aan toe- of af
name van soorten. Foto's:Henk Harmsen. w
76