De topografische kaart van 1915. De Prunjepolder met omkading is nog steeds aanwezig. De moerassen van hel vroegere Drievaartenbevangzijn door de komst van het stoomgemaal drooggelegd. van die tijd te vernemen. De kade werd 30-40 cm boven het winterpeil aangelegd. Het winterpeil was gemiddeld 65 cm boven het zomerpeil. maar 85tot90cm(in 1841 en 1845) kwant ook voor. Het zomerpeil lag 10 cm beneden "het gewone gier- stroom": laagwaterpeil oftewel laag water bij springtij. Hieruit blijkt dat het zomerpeil in die tijd vergelijk baar is met het anno 2000 te hanteren zo merpeil in het natuurontwikkelingsgebied. Bij die vergelijking is wel rekeninggehouden met een da ling van het land in de 20e eeuw met enige tiental len cm als gevolg van het hanteren van zeer lage peilen tot 3.00m -NAP, waardoor in de Prunje na 1953 akkerbouw kon worden bedreven. De win- terpeilen konden in de eerste helft van de 19e eeuw nog veel hoger oplopen dan in Plan Tureluur is voorzien. Laag Schouwen was 's winters één grote watervlakte die diep onder water stond. De tijden veranderen en wat slecht is voor de boeren is goed voor de natuur.Ten gunste van de natuur zal men op Schouwen weer gewoon raken aan veel water in de Prunje in de winter. I)e inpoldering van de eerste Prun jepolder Ooit was Schouwen ingedeeld in "vijfdedelen", maar door afslag was van het Zuidland.eens het grootste en vruchtbaarste, weinig overgebleven. Dit "vijfde deel" werd in 1558 opgeheven en daar na was Schouwen verdeeld in "vierdedelen". Het Prunjebevang behoorde tot het Oostervie- rendeel in de parochie Ellemeet. Hier kom ik aan de oudste door mij gevonden datum met de naam Prunje. In het veldboek van 1676 staat: het eerste bevang "genaempt de Prunje. daer Gerrit Hacke- laerende Claes Jansse in woont". In het veldboek van 1704 staat er bij :"daer de polder in ieijt" en hel watermooltjeinstaeten Sinte Jacobse Waling. Jan Jacobse en anderen in wonen". De officieel te bemalen eenheid na installatie van de Prunjemolen door de polder Schouwen be droeg 164 gemeten (68 ha), terwijl het totale be- vangeen omvang had van 201 gemeten en 221 roe den (84 ha). Dat was in de 20e eeuw, met uitbreiding van 2 ha moerland voor de plaatsing van de metallieken molen, nog steeds zo, zoals vermeld op de waterschapskaart van 1910. Bo vendien blijkt uit de kaart dat men in de omkade Prunjepolder een lager zomerpeil probeerde te hanteren dan in de rest van Laag Schouwen. Terug naar de oude kaarten: op de door Beek man onderzochte en als uiterst betrouwbaar erva ren kaart van Daniel Verburchl van ca 1660 (1) staat de polder van Gerrit Hackelaer en Claes Jansse in een overigens leeg gebied apart vermeld. Zoals hier eerder gesteld, ontbreekt op alle kaar ten uit die tijd de naam Prunje. die blijkbaar niet was ingevoerd. De eigenaren/bewoners van de Prunjepolder zijn naar gebruik wel genoemd. Op de kaart van Hot'ferus uit 1540 woont al een He- ijne Jacobs in het gebied. De kaart van Hofferusis zeker niet erg betrouwbaar wat betreft schaal en afstanden, maar het lijkt er toch wel op, dat bewo ningen omkading van de eerste Prunjepolder al in de eerste helft van de 16e eeuw heeft plaatsgehad. Op de kaart van 1856 zijn Prunjebevang en Prunjepolder uitstekend te zien. Aan de noordzij de was het bevang begrensd door de Groene vaart.aan de westzijde vanaf Serooskerke door de Serooskerkse vaart tot de molenvaart en aan de oostzijde door het Drievaartenbevang dat voor namelijk uit moeras bestond. Het Drievaartenbevang is zo genoemd omdat hier bij de herberg "de Moriaan" de vaarten van Haamstede, Ellemeet en Brouwershaven richting Zierikzee bijeen kwamen. Die vaarten waren in de 16e eeuw al belangrijk voor het handelverkeer getuige de vondst van een zogenaamde baard manskruik uit de periode 1550-1575 bij het uitgra ven van de bedding van de Gravelinge.Tijdens het graafwerk werd ook de loop van de daarin gele gen Serooskerkse vaart weer zichtbaar en langs de wilgentenen beschoeiing van de vroegere vaart werd de ooit weggeworpen kruik gevonden. In het Drievaartenbevang zien we de enige be kende stolp Het Rietbosch ten westen van de Slik- 72

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2000 | | pagina 10