Op stap met Gerard Ouweneel biezen, riet en grasgors kalfde af tot een schamel relict, met nog steeds ieder jaar opnieuw meters verlies. Destijds waren het ganzen die hem hier brachten. Dit was hun domein: de stille polders,de wijde buitengronden en de grijze leegte van het Hollandsch Diep. Hier moest J. Voerman Jr. ge weest zijn voor zijn aquarel 'Hollandsch Diep in den winter' voor Jac. P. Thysses' 'Onze groote ri vieren'. Aanvankelijk kwam hij hier alleen 's winters. Om ganzen te bestuderen.ze te tellen en van ze te genieten. Later liep hij hierin alle maanden. Werd na terugkeer van een reiseen wandeling over deze dijk steevast de eerste tocht. Moest hij,elders ver blijvend, aan deze tocht denken, met zijn ver trouwde plekken en vogels. En om van de het huis op de dijk bewonende vrienden de nieuwtjes te horen: 'vorige week elke dag een Visarend'. Of 'gisteren een Beflijster'. Dit voorjaar was het: "op 17 maart al de eerste Boerenzwaluw en daarna zijn ze niet meer weg geweest'. Een andere keer: 'de Ijsvogel zit steeds vlakbij het keukenraam op de waslijn'. En de eigen herineringen. Bij iedere stap komen beelden op het netvlies: daar die Klei ne Jager. Toen hoog overkomend een Zwarte Ooievaar. Hier. in 1981, de eerste Havik voor de streek en toen op dat hek, op die juni-avond in 1979,die Scharrelaar. En de Zeearenden, vroeger af en toe, tegenwoordig bijna iedere winter. Soms kort, meestal lange tijd. Net als hij, komen zij steeds opnieuw naar deze rust en ruimte. Soms slaapt een Zeearend in één van de voor het huis op de dijk staande bomen.Zien de bewoners's nachts het silhouet van de grote vogel vanuit hun slaap kamer scherp gestoken tegen winterse luchten. Bij de doorbraakplek van die februarinacht in 1953 blijft hij staan. Doorgaan of terug? Doorlo pen betekent de contouren van de petrochemi sche industrie rechts en de kolossale windturbine achter Strijensas steeds dominanter in het land- schap.Terug betekent zicht op het westen.de delta in.met horizon en een mooie avondlucht. De wan deling terug verloopt met naar binnen gekeerde blik. De registratie van vertrouwde beelden en ge luiden komt niet verder dan het onderbewustzijn. Hoe lang zal hij hier alleen zijn met de rivier, bui tengronden, polders en vogels? Een paar maan den terug blieshet rijk terelfder ure plannen af om in de polder links 250 hectare glastuinbouw neer te zetten. Kassen, het verschrikkelijkste land schapstype dat hij kent. Hier! De plannen kwa men van de provincie, de instantie op wiens ver zoek hij hier tegenwoordig de ganzen telt. Maar ongetwijfeld zullen de volgende eeuw weer beleidsbedenkers, projectontwikkelaars, finan cieringsmaatschappijen, grondverzetbedrijven, bouwers en natuurbouwaannemers op de prop pen komen met plannen om rivieroever en pol ders in te lijven bij de verstedelijkte agglomeratie, die vanuil het noorden nu al tot minder dan twin tig kilometer is genaderd. Een kwart eeuw gele den was die raffinaderij op de tegenoverliggende oever de eerste parachutist. Halverwege de vol gende eeuw zal de inlijving zijn voltooid. Zal dan deze ruimte zijn verdeeld tussen werken, wonen, recreatie en waarschijnlijk ook forse stroken na tuur, althans natuurbouw, fraai te overzien vanaf een doordacht netwerk van wegen en natuurpa den, aangelegd op voorspraak van aan het draag vlak denkende politici. Maar heb geen illusies overeen horizon rondom...! De korte decemberdag loopt af. De eerste vluchten ganzen komen naar buiten, naar de ri vier. Buizerds op weg naar slaapbomen en vanaf de Hoogezandsche Gorzen het 'kié-wi van Kievi ten,'pie-oew' van Smienten en 'etsj' van Water snippen. Uit de peppelrij komt het 'tjik' van een Grote Bonte Specht en over de polder vliegt een wijfje Havik richting voormalige eendenkooi. Voor dit jaar was het de laatste ronde. Over vier weken zal hij hier weer zijn. Voor de eerste mid wintertelling van de nieuwe eeuw. Hoeveel nog daarna? Bij het huis op de dijk een groet aan zijn vrien den. Dan de dijk af de polder in. De polder waarop hij zo is gesteld. Maar die ligt in een natie waarmee hij nog nauwelijks een binding voelt. 58

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 4