Natuurontwikkeling avant la lettre: de Maire bij Oosterland Jan-Willem Vergeer Midden twintigste eeuw. In Zeeland hebben de Tweede Wereldoorlog en de Stormvloedramp van 1953 diepe sporen nagelaten. Mét alle ellende bieden zich ook nieuwe kansen aan: door een snelle en moderne herinrichting van het land kan de regio plots worden opgestoten in de vaart der volkeren. Alles moet efficiënter en moderner, en in het nieuwe Zeeuwse Landschap dat op de tekentafels verrijst is geen ruimte meer voor natuurwaarden. De ouderen onder ons wéten wat er verloren is gegaan aan kronkelige dijkjes, natte weilanden, slikken schorren...noem maar op. Nu oordelen over de werkwijze van toen is overigens niet eenvoudig: het vooruitgangs denken zat de mensen in het bloed en in Zeeland viel er voor grote delen van de bevolking ook wel het een en ander te verbeteren! Toch blijft het natuurlijk zonde dat zoveel fraais en gebiedeigens in enkele jaren tijds werd weggevaagd. Zoals elke regel zijn uitzondering kent. ging ook in die jaren van het grote wegsaneren ie mand dwars tegen de stroom in. F. A. L.C. baron Schimmelpenninck van der Oije is de naam. Een echte aristocraat van de oude stempel, en wellicht daardoor niet zozeer aan de tijdgeest gebonden. Toentertijd werd hij ongetwijfeld door zeer velen absoluut niet begrepen, nu zijn we hem dankbaar voor zijn inzicht. De baron presteerde het namelijk om precies in die voor de Zeeuwse natuurwaarden zo donkere jaren een prachtig'wetland' te beschermen en sterk uit te bouwen. In dit artikel daarom een korte schets van historie en natuurwaarden van de Maire bij Oosterland, het pronkstuk van baron Schimmelpenninck van der Oije. Het Heerenhof en omgeving Net ten zuiden van Oosterland lag er eeu wenlang een landgoed met een huis van kas teelachtig allure,genaamd 'het Heerenhof'. Se dert 1852 was de ambachtsheerlijkheid 'Ooster- en Sirjansland', waartoe het huis be hoorde, in het bezit van de familie Steengracht en in 1912 kwam het door vererving in het bezit van een roemruchte adelijke familie:de Schim melpenninck van der Oijes. De oude am bachtsheren bezochten het gebied vooral in de jachttijd. Een prachtige beschrijving van die adellijke jachtpartijen (waarbij de ambachts heer vele vrinden had genood!) vinden we in een van de laatste artikelen van de hand van Jo hannes Vijverberg, die destijds tot de dorps jeugd behoorde. De jachtbuit bestond uit ko nijnen en hazen, uit snippen en diverse andere watervogels en niet in het minst uit de speciaal voor dit doel door kweek en uitzettingletterlijk opgefokte populatie fazanten en patrijzen. De directe omgeving van het Heerenhof was zeer lommerrijk, zoals grote delen van het toenmalige landschap van Oosterland tot Sir jansland. Ten zuiden van het huis bevond zich een oude, zoete en sterk verlande kreek, de Mairevliet, die door laaggelegen weilanden stroomde. Voor weide- en moerasvogels was het hier goed toeven! Aan een andere kreek.de Geule. was in 1888 een tot het landgoed beho rende eendenkooi aangelegd. De kooi lag op een uitstekende plaats, zo bewezen de vangst- cijfers. Het was de meest succesvolle kooi op Schouwen-Duiveland en de vangstcijfers van onder meer Wintertaling, Pijlstaart en Smient behoorden lol de hoogste des lands. Verder be stonden de bij de Ambachtsheerlijkheid beho rende gronden grotendeels uit bouwland. De nieuwe baron In 1927 kwam de Ambachtsheerlijkheid in handen van de net meerderjarig geworden baron F.A.L.C. Schimmelpenninck van der 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 66