mest was schaars omdat mest in gedroogde vorm op Schouwen ook gebruikt werd als brandstof. Langs de Hoogenboomlaan bij Re- nesse en rond het slot Moermond zijn de grep pelpatronen van de elzenmeten nog herken baar aanwezig. Het brandhout werd in de winter in de plaatselijke café's bij opbod ver kocht aan bakkers en voor het stoken van de ovens in de meekrapstoven. Het hout werd in de winter gekapt. Elzen groeien snel en na een jaar of zeven konden de stobben weer opnieuw gekapt worden. Na het midden van de vorige eeuw nam de opbrengst van de elzenmeten sterk af. Er waren verschillende oorzaken. Door de bevolkingsaanwas verdween veel ge- riefhout uit het duin en namen de verstuivin gen toe. Hierdoor kwam de duinzoom minder beschut te liggen tegen de zeewind. Ook het el zenhaantje (een mooi staalblauw kevertje dat elzenblad aanvreet) stak de kop op. Een paar droge jaren in het midden van de vorige eeuw deden de elzen ook geen goed. Nu het slechter ging met de elzenmeten en ook het brandhout voor de ovens van de mee krapstoven niet meer nodig was door de ineen storting van de meekrapteelt, en tevens de ont watering in de winter beter geregeld kon worden werd in de omgeving van Haamstede rond 1875 voor het eerst overgeschakeld op fruitbomen. Net als bij de elzenmeten ver bouwde men in de beginjaren peulvruchten, groente en aardappelen tussen de bomen. Een ander nieuw gewas op Schouwen was de intro ductie van bloembollen rond 1900. Net als op de ontkalkte binnenduingronden in de bollen streek rond Lisse, Hillegom en Sassenheim leek de grond geschikt voor de teelt van bloem bollen. De teelt van bloembollen heeft echter nooit een grote vlucht genomen. De belang rijkste reden hiervoor is wellicht het feit dat voor de teelt van bloembollen veel kennis van zaken vereist is die in de traditionele bollens treek wel aanwezig was maar hier in veel min dere mate. Ook de afzet van bloembollen ging op het vaste land van Holland veel gemakkelij ker dan op het eiland Schouwen. Met de Eerste Wereldoorlog kwam er een eind aan de bollen teelt op Schouwen. De laatste bollengronden werden in gebruik genomen voor de groente en fruitteelt en de narcissen en tulpen werden zolang geplant in de bossen rond het slot Haamstede. De narcissen staan er nu nog. Een landschap in verdrukking Zoals vermeld vond keizer Karei in 1540 het landschap van de binnenduinrand van Schou wen al een bezoek waard. Ook de gegoede burgerij van Schouwen bracht zijn vrije zon dagmiddag graag door in de lommerrijke om geving van Haamstede en Renesse. Nu is het niet anders. Veel mensen vinden de binnen duinrand een heel aantrekkelijk landschap. Talloze vakantiegangers genieten in de zomer maanden of in voor- en najaar van het afwisse lende landschap dat zo aantrekkelijk is door zijn gevarieerdheid en kleinschaligheid. De massaliteit van het toerisme oefent echter een voortdurende dreiging uit op de kwaliteit van de duinzoom. De uitbreiding van campings (al dan niet ingegeven door de noodzaak van kwa liteitsverbetering en dus meer ruimtebeslag) vormt een voortdurend gevaar. De aanleg van moderne recreatieve voorzieningen waaron der golfterreinen, worden bij voorkeur gesitu eerd in landschappelijk aantrekkelijke gebie den. Het zou echter veel beter zijn om zulke voorzieningen te situeren naast het binnen- duinrandgebied zodat de hoge landschappelij ke en natuurwetenschappelijke kwaliteit be houden blijft. Ook een volgende keizer Karei (u of ik) blijft dan verzekerd van een aantrek kelijk binnenduinlandschap. Gelukkig wordt de noodzaak van het behoud van het klein schalige binnenduinlandschap steeds meer in gezien. De rondweg die de duinzoom bij Re- nesse ernstig zou hebben aangetast, is er gelukkig, mede om die reden niet gekomenDe rondweg is nu getraceerd over bestaande wegen. De karakteristiek lommerrijke Laone bij Renesse is gelukkig niet verbreed. Het daar zo broodnodige fietspad is op een veel betere en veiliger manier aan de polderzijde van de Laone aangelegd. Herstel van natuurwaarden Men wordt zich dus steeds meer bewust van het feit dal het binnenduinlandschap het meer 90

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 90