laatste was trouwens deels ook op de oude kooi bij Oosterland al het geval). Verder werd een deel van de nieuw verworven bouwlanden uit de productie genomen en omgevormd tot laag gelegen weiland of rietmoeras. Een in die jaren wel volstrekt unieke daad! Al voor 1940 was men begonnen met het aanleggen vaneen ring dijk en een flinke 'gracht' rondom het toenma lige Mairegebied. De werkzaamheden werden door oorlog en ramp onderbroken, maar het karwei werd uiteindelijk wel geklaard. Deze ring rondom het gebied maakte een aparte be maling mogelijk, los van het reguliere polder- peil. Daardoor hoefde het gebied niet mee te gaan met het steeds verder dalende grondwa terpeil in de omliggende polders. Bovendien waren ringdijk en gracht natuurlijk zeer bevor derlijk voor de rust in het gebied. Eind jaren vijftig was het 'nieuwe' natuurgebied de Maire zo'n beetje af: heden ten dage ziet het er in grote lijnen nog hetzelfde uit. Natuurwaarden De Maire behoort tot de rijkste vogelgebie- den van hel eiland en kent op het gebied van de flora en de overige fauna belangrijke waarden. Vanwege het feit dat de baron de rust in het ge bied -vooral voor de vogels- altijd belangrijker heeft gevonden dan het doen van onderzoek, is onze kennis omtrent flora en fauna helaas wal mager. Van de vogelwereld weten we relatief nog het meest. Al voor de oorlog waren de lage gronden rond de Mairevliet een zeer rijke broedplaats van soorten als Kluut. Grutto en Tureluur. De ook als veldornitholoog actieve baron legde verder broedgevallen van zeld zaamheden als Steltkluut en Zwartkopmeeuw vast. In de eerste jaren van de 'nieuwe' Maire schijnen er flinke kolonies van diverse sterns en meeuwen gezeten te hebben, alsmede -er was meer open, zandig terrein beschikbaar van pioniersoorten als de Strandplevier. Meeuwen en sterns broeden er nog steeds, maar aandeel pioniersoorten van open terrein is in de loop der jaren verminderd ten faveure van de echte riet- en watervogels. Voor soorten als Roerdomp. Baardmannetje en Tafeleend is de Maire al jaren de belangrijkste broedplaats op Schouwen-Duiveland. Erg spannend is het feit dat er ook al jaren veelal nog niet geslachts rijpe Lepelaars overzomeren in het gebied. De geruchten dat het niet bij overzomeren blijft worden trouwens steeds sterker, hetgeen ge zien de forse toename van de Lepelaar als broedvogels in de Delta zeker mogelijk is... Vrijwel niets is bekend over het voorkomen van ralachtigen. De Waterral moet haast wel in flink aantal voorkomen en de toevallige vondst van een Kleinst waterhoen in 1983 doel ver moeden dat er meer dan alleen waterrallen ge mist worden...Verder broeden jaarlijks meer dere paartjes van de Bruine Kiekendief in hel riet en jagen er geregeld Kerkuilen in het ge bied. 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 68