Blik in noordoostelijke richting vanaf de vogelwachterswoning. Het gele veld rechts wordt gedurende het broed- seizoen niet beweid en vormt in het voorjaar een (Grote) ratelaarvlakte van bijna twintig hectare met vele duizen den orchideeën. Hompelvoet juni 1999. Foto: Kees de Kraker. derden ha grote plaat van verbodsborden te voorzien. Dat dit niet zonder noodzaak was, wordt gemotiveerd met: "Toch is het bij inge wijden niet onbekend, dat op gezette tijden uit Bruinisse strooptochten naar dit vogellustoord worden ondernomen. Een lustoord was het echter lang niet altijd voor de vogels, want bijna ieder jaar spoelden de aanwezige eieren en kleine kuikens weg bij extra hoge tijen. Die borden zullen wel snel met ijsgang, bijvoor beeld in de strenge winter 1962-63, verdwenen zijn, want in 1969 schrijft John Beijersbergen in Het Vogeljaar: "dat onbevoegden (vissers en zeilers) door de sternkolonie lopen aisofheteen wandelpark betreft. Zelfs het noodzakelijke bordje - verboden toegang - ontbreekt. In 1970, een jaar voor de afsluiting, gaat de Vo gelwacht weer op excursie naar de Hompel voet. Het betreft geen gewone excursie maar een soort "actieve ledendag" zoals die tegen woordig gehouden wordt, waaraan 21 natuur- gidsen deelnemen. Op de Hompelvoet ont moet men John Beijersbergen, de eerste vogel wachter van de Hompelvoet: "die aange wezen door de Stichting Natuurmonument De Beer, de bezoekers inlichtingen verschafte." Broedvogels waren op dat moment: grote stern -360 nesten, visdiefje+noordse stern- 50 nesten, kokmeeuw 200 nesten en verder was ook de scholekster als broedvogel aanwe zig. Met genoegen stelde men vast, dat een permanente bewaking tijdens de broedtijd de rust op de Hompelvoet verzekerde. Maar een vogelwachter kan geen hoge vloed tegenhou den, zodat men later in de krant kon lezen dat alle eieren en kuikens weggespoeld waren. 64

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 64