Gravure van C. Pronk uit 1743 van de Dikke toren met het einde van de Karnemelksvaarl. Coll. T. Rosmolen. Aan het eind van de vaart, ter hoogte van de huidige Balie, ligt de markt. Op de markt is het inmiddels een bedrijvigheid van jewelste. Overal worden verse waren verhandeld. Ik be dank Abraham Braber voor de geweldig inte ressante reis en zet voet aan Zierikzeese wal. Direct valt me het aantal Huismussen op. overal op straat zie je kleine groepjes. Onge twijfeld vinden ze wat van hun gading tussen de uitwerpselen van de paarden. Aan diverse ge vels zie ik spreeuwepotten hangen. Een grote valk met prooi in de poten komt aanvliegen zet zich op de dikke toren,Slechtvalk? Op de hoek van de Balie zit een bedelaar. Ik probeer geen acht op hem te slaan want met guldens uit 1999 doe ik hem vast geen plezier. Maarzo makkelijk kom ik niet van hem af. Als ik. vanwege de drukte op straal, vlak langs hem loop houdt hij me onverwacht aan mijn schou der vast. Ik probeer me los te rukken maar hij schudt behoorlijk door. Dan ineens kijk ik recht in de gezichten van drie leden van de Vogelwerkgroep, waarvan één mij aan mijn schouder heeft wakker ge pord. Ik zit weer op de Delingsdijk bi j een kurk droge Prunje! "Hoeveel paren Kokmeeuw denk je dat we hebben is de vraag"? Nog half slaperigen met mijn gedachten helemaal bij de tocht met de kloelschuit meld ik dat het er min stens 4000 moeten zi jn Een zoutmoeras langs de zuidkust Half juni 1999. Mooie avond.Tegen de huis regels in na het avondeten 'even' met mijn oud ste zoontje van 5 jaar naar de Flaauwers-Prun- je. Hij is gek van Lepelaars en wordt op zijn wenken bediend. Maar liefst vijf stuks lopen druk fouragerend in het water van het proef- perceel in het zuidwestelijk deel van de Prunje (Weverspias?). Een paar jaar geleden is hier grond weggegraven en in een kade langs de plas neergezel. Als proef voor de plannen om langs de Zuidkust aan natuurontwikkeling te doen. Prachtig is de lepelsnavel te zien die door het water maait op zoek naar dierlijk voedsel zoals kleine visjes en garnalen. Vier van de Lepelaars hebben een kuif.gelige band om de hals en gele plek aan de punt van de snavel, onmiskenbaar volwassen dieren. Het gaat goed met de Lepe laar in Nederland! Noordelijk van ons staat een legertje graaf machines, shovels en kiepwagens in de Prunje. Ook die wekken de interesse van een vijfjarig jochie. Onvermijdelijk de vraag "wat die daar gaan doen". Van mijn kant volgt het hele ver haal. Over het lage land en de geweldige vogel rijkdom heel lang geleden. Over het droger worden door het stoomgemaal. Over vogela- rije in de inlagen die de vogelstand geen kwaad deed. Over de vogelwet '36 die de vogelarije verbood -overigens mocht de eieren van Kok meeuw en Scholekster nog wel geraapt wor den. Over de planten die de broedplaatsen overgroeien. Over bestrijdingsmiddelen met desastreuze gevolgen in de jaren '50. Over Ramp '53 en herinrichting. Over ratten en an dere predatoren die het. het restant kustbroed- 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 52