Het Platte van Schouwen Terwijl Abraham maar voortboomt kijk ik mijn ogen uit. Dit deel van Schouwen ligt het laagst van het hele eiland. De oorzaak hiervan ligt in de moernering uit voorgaande eeuwen. Bij het moerneren is het zouthoudende veen afgegraven. Door het veen te verbranden en de as. aangelengd met zeewater te koken en in te dampen, werd zout gewonnen. Dit zout werd uiteindelijk verhandeld in Zierikzee. Dit moerneren. dat hier zowel binnen- als buiten dijks plaatsvond, was vanzelfsprekend een slechte zaak voor de kustverdediging. Al in de dertiende eeuw is getracht een eind te maken aan deze activiteit maar het duurde tot een ver bod van keizer Karei de Vijfde in 1517 voordat er definitief een eind aan kwam. Maar het resultaat liegt er niet om: er bleef een laag en buitengewoon nat gebied achter. Zelfs nu in mei 1799 staan er nog flinke stukken onder water. Abraham legt uit dat er percelen zijn waar de boeren pas in juni kunnen zaaien. Van veel hooilanden in dit Platte van Schou wen kan men slechts éénmaal oogsten Daarentegen is het gebied uiteraard een eld orado voor vogelsoorten die van pias-dras ge bieden houden zoals bijvoorbeeld de Tureluur. In nauwelijks een kilometer tel ik minstens 50 paar op drooggelegen graslanden, om van Kie viten en Grutto's maar niet te spreken. Ook Watersnippen zie ik regelmatig en zelfs een Kwarlelkoning.Van die laatste weel Abraham te vertellen dat zijn lokale bijnaam "Schrijk" is. Frappant is trouwens het volledig ontbreken van Fazanten! En dal klopt: in jachtdocumen- ten van Schouwen-Duiveland tussen 1650- 1890 wordt de soort niet genoemd. Fleren der in het landschap vallen behoorlij ke oppervlakten riet op. Volgens Abraham zijn dat "rietbuiken'. Hij weel niet ver van hier een rietbuik van wel 60 hectare! De bulken zijn niet ontgonnen, dus ook niet bruikbaar voor land bouwdoeleinden. Dat ik zojuist bij zo'n riet- bulk een tweetal Purperreigers waarnam en een prachtige Roerdomp van zijn nest zag op stijgen zegt Abraham niet zoveel. Vogels anno 1799 zijn leuk zolang je ervan kan eten stel ik me zo voor. Het beste bewijs vormt een schute welke vlak vóór ons vaart. I n de 'schute' liggen op zijn minst enige honderden eieren van zo te zien Kokmeeuw. Grote Stern. Visdief en Kievit. Ook de eigenaar hiervan is onderweg naar Zierikzee om zijn waar op de markt te verko pen. Als je met een dergelijke lading in 1999 een ambtenaar van de AID zou tegen komen zou datje buitengewoon zuur komen te staan, de gedachte alleen al tekent een brede glimlach op mijn gezicht. Op de vraag van Abraham waarom ik nu weer zit te glimlachen besluit ik maar wijselijk te antwoorden met de medede ling dat hij me zo'n groot plezier doet met deze tocht.... Gesteggel over de waterbeheersing Nog steeds glijdt de kloetschuit van Abra ham bij na geruisloos door de vaart naar Zierik zee. Overal om ons heen zie ik Kluten. Een deel van de Kluten fourageert op het zachte slik,een ander deel zit op het nest. Met een grove schat ting kom ik in dit stuk op zeker 250 paar. Links van ons bevindt zich een tamelijk brede kreek die noordoostelijk het gebied in loopt: een res tant van de oude Vlake-kreek. In de kreek dui ken verschillende Dodaarsjes en Aalscholvers. Aan de kant staan zeker een stuk of acht Blau we Reigers. Ongetwijfeld azen de laatste twee soorten op paling. Zuidwestelijk en zuidoostelijk van ons.in het gebied dat "Clapmutse Moeren' heet zie ik twee watermolens. De ene staat ongeveer hal verwege de huidige Hoosjesweg. de andere staat iets ten noorden van de huidige Heeren keet. aan de rand van de boezem. Het blijkt dal het gebruik van deze molens niet onopgemerkt aan de bevolking is voorbijgegaan. Dit getuige de wat schampere houding die Abraham aan neemt op mijn vraag of die molens als wonder van techniek de ontwatering toch sterk hebben verbeterd? Het blijkt een halve waarheid! Aanvankelijk leverden de watermolens een positieve bijdrage aan het in cultuur nemen van de gronden in dit lage Schouwen. Door tevens een fijnmazig net van greppels te graven stimu- 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 46