De sluisduiker
Kolk zeezijde sluis Brouwersdam. Foto: Kees de Kraker.
Johan Everaers
Op drie januari 1999 zie ik bij aankomst een duiker in de spuikom van de Brouwersdam aan de
zeezijde. De vogel is duidelijk forser dan een Roodkeelduiker en daar stopt eigenlijk meteen de
beschrijving van mijn determinatie.Het is hoog water en er is een flinke draaikolk in de spuikom.
I k zie de duiker vrij snel afdrijven naar de draaikolk en vervolgens onderwater verdwijnen in de
kolk.
Ik wacht ongeveer tien minuten.Tevergeefs. De
duiker komt niet meer boven. Een vogelaar heeft
vanuit zijn auto hetzelfde tafereel gadegeslagen en
hij is met mij van mening dat de IJsduiker hij had
de vogel al een kwartiertje bestudeerd) het "dus"
niet zal overleven. Snel naar de Grevelingenzijde
van de inlaatsluis, waar even later ook de collega
vogelaar arriveert. In het zeer woelige water mis
sen we de duiker. Er zwemmen sowieso geen vo
gels in de spuikom. Wanneer ik na een half uur de
moed opgeef en op het punt sta te vertrekken,
zwemt pal onder de kant naast de eigenlijke spui
kom een IJsduiker. Hoewel ik geen oliesporen kan
ontdekken, oogt de vogel toch niet fit.
De volgende dag win ik ter plekke informatie in
en ik verneem dat zich in de inlaatsluis twee ope
ningen van vier bij zes meter bevinden. Zeehonden
zouden er gebruik van maken om van zee naar de
Grevelingen te zwemmen. Die dag zie ik de IJsdui
ker niet terug. Na de krankzinnige ervaring van de
vorige dag probeer ik mezelf gerust te stellen met
de veronderstelling dat deze IJsduiker zich wel zal
weten te redden.
26