Tabel 1. Prooidiersoorten uit braakballen van Ransuilen te Schuddebeurs in procenten van het totaal aantal prooi en per analyse. Soort/jaar/ 1951 1986 1992 1993 1994 1997 1998 mnd 12 /4+5 /4 /4 /II /II Bosspitsmuis "6.0 0.8 0.8 - Huisspitsmuis - - 0.8 1.1 - - Noordse- Woelmuis 14.3 20.0 12.6 7.8 8.0 5.0 13.5 Veldmuis - - 40.0 57.8 37.5 49.7 64.7 Woelrat 14.3 - - - - 0.6 - Woelmuis spec. - - - 2.4 - - - Bosmuis 28.6 56.0 40.0 20.3 42.1 37.3 14.1 Huismuis - 2.0 0.8 - - - - Dwergmuis 14.3 6.0 5.0 7.0 3.4 1.2 2.6 Bruine Rat - 2.0 0.8 0.8 1.1 0.6 3.8 Vogel spec. 28.5 8.0 - 1.5 6.8 5.6 1.3 Insect spec. - 0.8 - Totaal aant. prooien 7 50 120 128 88 161 156 naai bedreigde soort als de Noordse Woelmuis hier algemeen voorkwam. Hoe staat het er nu voor met deze interessante kleine knager? Veel informatie over muizen, woelmuizen en spitsmuizen kan o.a. door braakballenonderzoek verkregen worden. Ook op vragen als: "Komt de Aardmuis hier al voor?ofHoe gaat het met de Dwergmuis?zou den mede door dit soort onderzoek antwoorden kunnen worden gevonden. Pluizen en analyseren Toen ik najaar 1997 tijdens een wandeling in Schuddebeurs een grote hoeveelheid braakballen van Ransuilen vond besloot ik toch maar om met bovengenoemd project mee te gaan doen. Eén van de manieren om zoogdieren te monito ren is namelijk het analyseren van prooiresten uit braakballen van o.a. Rans- en Kerkuil. Zoogdier Monitoring heeft hiervoor een standaard methode ontwikkeld en geeft determinatie-tabellen uit om pluizerste helpen de aangetroffen schedelresten op naam te brengen. Ik meldde me als aspirant plui- zer en analyseerde die winter ongeveer 180 braak ballen van Ransuilen uil Schuddebeurs. Als ik moeilijkheden had met de determinatie van be paalde schedels dan kon ik deze opsturen naar de VVZ. De schedels kwamen dan met de juiste de terminatie erbij weer bij mij terug. Als beginnend pluizer bleek het nuttig om een verzameling refe- rentieschedeltjes aan te leggen. Pluizen lijkt een smerig werkje maar in de praktijk valt dat reuze mee. Als de braakballen redelijk droog zijn heeft het wel iets weg van pinda's of garnalen pellen Tabel 2. Prooidiersoorten uit braakballen van Kerkuilen te Noordwelle in procenten van het totaal aantal prooien per analyse. NB de gegevens van 1945 hebben betrekking op een Kerkuil uil Ellemeet, er zijn geen aantallen be kend. De gegevens van 1988 zijn van een Kerkuil uit de omgevingHaamstede, nabij Schelphoeken Koudekerk- se Inlagen" soort/jaar/mnd 1945/3 1988/? 1993/11 1998/11 Bosspitsmuis 5.4 7.3 7.4 Dwergspislmuis - 2.6 - Waterspitsmuis - - - Huisspitsmuis 37.8 18.2 21.5 Noordse Woelmuis 10.8 11.7 16.6 Veldmuis - 29.7 39.4 36.8 Woelmuis spec. - - 3.5 - Woelrat - - - Bosmuis 13.5 13.4 16.0 Huismuis 2.8 - - Dwergmuis - 3.5 1.2 Bruine Ral - - 0.4 0.6 Totaal aant. prooien 37 231 163 maar dan absoluut calorievrijHet gaat immers om de onverteerbare schedelresten van muizen,ratten en spitsmuizen. Tijdrovend is het (vooral in het begin) wel, dus echt iets voor de lange winteravon den. Braakballen van Ransuilen bevatten meestal slechts de resten van één prooi. Om een betrouw bare reeks te krijgen is door Zoogdier Monitoring een norm gesteld van minimaal 150 prooidieren per analyse. De resultaten van mijn Ransuil prooi- resten-analyse worden o.a. weergegeveninTabel 1 Meer soorten in Kerkuil braakballen Na het insturen van mijn eerste analyse-resulta ten vroeg men mij om, als ik er tijd voor had, ook eens te kijken naar de prooiresten in braakballen van de Kerkuil. Deze soort jaagt behalve op mui zen en ratten ook veel op spitsmuizen. In Ransuil braakballen tref je deze kleine insecteneters heel weinig aan. Ransuilen vinden spitsmuizen vies smaken. Afgelopen najaar verzamelde M. van 't Hof in Noordwelle voor mij een flinke hoeveelheid Kerkuil braakballen. Deze bevatten meestal 3 of meer prooidieren per stuk maar zijn wel groter dan die van de Ransuil, zodat 50 braakballen meestal volstaan voor een volledige analyse. Deze is inmid dels uitgevoerd, de resultaten ervan zijn o.a weer gegeven in Tabel 2. Resultaten vroeger en nu Dankzij het uitgebreide artikel van Kees Mos- tert over kleine zoogdieren op Schouwen en Goe- ree in Sterna 2-3,1989, kon ik mijn resultaten ver gelijken met die van vroegere analyses van 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1999 | | pagina 9