De aantallen Visdieven nemen langzaam weer wat toe. Hier een bedelend 9 (1.), dit gedrag is onderdeel van de balts. Foto: Henk Harmsen. gelstand en gelet op o.a. de overproduktie in de landbouw voorstelt om natuurontwikkeling te ple gen langs de zuidkust van Schouwen-Duiveland? Uiteraard dient een goede - financiële - regeling te worden getroffen voor het verplaatsen of saneren van landbouwbedrijven die in het plangebied lig gen. Maar dit geld is na vaststelling van de provin ciale gebiedsbegrenzing van het Natuurbeleidsplan dit jaar binnen handbereik en het plan dus uit voerbaar. Zeeland verwerft zich momenteel landelijk ge zien een geweldige naam op het gebied van natuur ontwikkeling. Het natuurvriendelijker inrichten van overhoeken van rijks- en provinciale wegen, beheersmaatregelen in Grevelingen, Krammer- Volkerak, het natuurbouwgebeuren op Neeltje Jans Plan Tureluur is een logisch vervolg! Noten 1. MEININGER PETER L., COR M. BERREVOETS en ROB C. W. STRUCKER 1992. Kustbroedvogels in het Deltage- bied in 1991 met een samenvatting van dertien jaar monitoring 1979-1991, Rapport Rijkswaterstaat DGW 92.024 Middelburg. 2. WERKGROEP AVIFAUNA NATUUR- EN VOGEL WACHT SCHOUWEN-DUIVELAND 1986. De Vogels van Schouwen-Duiveland, Zierikzee. achteruitgang van deze drie soorten. Bij de Vogel werkgroep bestaat inderdaad de indruk dat het niet zo goed gaat met deze vogels. Wij kunnen dit echter (nog) niet met harde cijfers bewijzen. Onge twijfeld zal hier de komende jaren onderzoek naar worden verricht. Conclusie "Die vogelbeschermers kunnen niet anders dan altijd zeuren dat het zo slecht gaat", is veel ge hoorde kritiek van buitenstaanders. Dat is niet he lemaal waar. Gelukkig zijn er, zij het schaarse!, lichtpunten in de ontwikkeling van de vogelstand op ons eiland in het bijzonder, en in Nederland in het algemeen. Te denken valt aan de stijgende aan tallen roofvogels (waar overigens jaarlijks toene mende aantallen illegaal van worden geschoten en vergiftigd!) en ganzen (er gaan alweer stemmen op om de aantallen door afschot te beperken!). Maar bekijken we de ontwikkelingen van bovengenoem de typische "kustbroedvogels" dan kunnen we niet anders dan vaststellen dat er nog steeds sprake is van een negatieve trend op Schouwen-Duive land. Is het dan vreemd dat een Zeeuwse Milieu Fede ratie, gelet op deze negatieve ontwikkeling in vo 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1993 | | pagina 9