Waaierkokerworm Sabella pavonina,
een bijzondere vondst op Oosterschelde 2
Deze gedachten borrelden op bij het artikel ge
wijd aan Rykel. Gedachten geboren uit een jeugd
ervaring en in stand gehouden door de tijd heen
door de belevenis van: elke dag deel uit te maken
van dat grote gebeuren dat wij leven noemen.
Het „N.J.N.-leven" vormde beslist een belang
rijk onderdeel van het leven van Rykel ten Kate.
Ik laat rnijn verhaaltje maar uitmonden in het
laatste couplet van „de Bakmars", genoemd naar
de Haarlemse Kweekschool „de Bak" en tot
bondslied verheven door de N.J.N.:
„Wanneer dan donk're dagen komen,
A/s trager vloeit het niet meer jonge bloed,
Dan zal een enk'le blijde lichtstraal
Nog koest'ren ons gemoed.
De gulden jong'lingstijd
Die nu ons hart verblijdt,
Zal immer door, zijn schijnsel blijven geven
Bij 't droeve zwart
Van al te bitt're smart."
Ad Leijdekkers beschreef de sfeer binnen de vroegere N.J.N. Ook nu nog is er een afdeling van de N.J.N.
op Schouwen-Duiveland. Onderstaand artikel verscheen in Amoeba (nr. 4 - 1992), het orgaan van de
Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie, die een zomerkamp (zoka) voor de Strandwerkgroep
SWGnabij de Oosterschelde organiseerde.
Jelka Both
De Oosterschelde is voor de meeste SWG-ers zo langzamerhand een bekend gebied. De pon
tons (houten drijfsteigers) in Burghsluis heb je al menigmaal bekeken (toch blijven ze prach
tig!) en ook de wieren bij het Goese Sas zijn zo langzamerhand wel bekend. Toch blijk je elke
keer weer op nieuwe verrassingen te stuiten.
Op een excursie tijdens het SWG zoka dit jaar
(Oosterschelde 2) werden de pontons op het werk-
eiland Neeltje Jans, halverwege de Oosterschelde-
kering, bezocht. Daar ontdekte men op de binnen
kant van het ponton een dier wat eerst uitgeschol
den werd voor een Viltroos (een soort zeeane
moon), maar bij een tweede bezoek een Sabella
pavonina, een soort Waaierkokerworm, bleek te
zijn. een prachtig gezicht: een lange, elastische ko
ker met daarbovenop een waaier van fijne sprieten
(zie figuur 1).
Bouw en leefwijze
Sabella pavonina behoort tot de Borstelwor
men, Polychaeta. Deze groep binnen de wormen
familie kenmerkt zich door zeer veel diversiteit in
vorm en gedrag. Net als gewone regenwormen is
het lichaam opgebouwd uil segmenten. Aan elke
kant van die segmenten zijn borstels (soms nauwe
lijks zichtbaar) geplaatst. De Polychaeta zijn in
twee groepen onder te verdelen, namelijk de groep
wormen die vrij kunnen zwemmen en/of kruipen,
de Errantia (zoals bijvoorbeeld de Zeepier) en de
genen die in een zelfgebouwde koker wonen, de
Sedentaria, de kokerwormen.
Naast de koker, die van verschillend materiaal
gemaakt kan zijn zoals zand (zandkokerworm),
stukjes schelp, of van een gelei-achtige substantie,
is een ander gemeenschappelijk kenmerk van de
kokerwormen de (vaak prachtig gekleurde) waaier
van tentakels bovenop de koker.
22