Het nut van vogeltellingen.... een reactie
Peter L. Meininger
Inleiding
Onder de kop ,,De Vcnijagersplaat en het nut of ontlui
van vogeltellingen" beklaagde de heer G. L. Ouweneel
(1991) zich over het onderbelichten van de betekenis voor
vogels van de Ventjagcrsplatcn in het Haringvliet in een
tweetal recente „overheidspublicaties".
In deze reactie wil ik een aantal kanttekeningen maken
bij het artikel van de heer Ouweneel, en hoop ik bij de
schrijver, en uiteraard ook bij de Sternalezers, „achter- ,t'- ió r
docht, vragen en twijfels" weg te nemen, en te bena- m
drukken dat vogeltellingen wel degelijk „nut" hebben,
en een duidelijke rol spelen bij het overheidsbeleid.
Betekenis Ventjagersplaat
Ten eerste wil ik opmerken dat de betekenis voor vo
gels van de Ventjagersplaten natuurlijk (nog steeds) zeer
groot is, zoals ruimschoots is aangetoond in de stroom
van publikades die de heer Ouweneel gedurende een
reeks van jaren heeft doen verschijnen in vrijwel alle Ne
derlandse vogel- en natuurtijdschriften. De stelling in
het rapport van de Beheerscommissie Krammer-Volke
rak (1989) dat „na sluiting van het Haringvliet de beteke
nis van de Hellegatsplaten en Ventjagersplaten voor wa
tervogels sterk is afgenomen" onderschrijf ik dan ook
niet.
Rapport „Vogelconcentraties..."
In het artikel wordt ook commentaar geleverd op het
rapport „Vogelconcentraties en vogelbewegingen in Zee
land" (Mostert et al. 1990) en wordt een aantal (weinig
positieve) uitspraken gedaan over vogeltellingen in het
Deltagebied georganiseerd door overheden.
De uitspraak „RWS-Zeeland gaat het vooral om
broedvogelgegevens" is niet correct. Rijkswaterstaat
(RWS) Directie Zeeland is o.a. verantwoordelijk voor het
beheer van de wateren in Zeeland, plus het Krammer-
Volkerak. De Dienst Getijdewateren (DGW) is een lande
lijke, technisch-wetenschappelijke, specialistische dienst
van Rijkswaterstaat, die zich o.a. bezighoudt met onder
zoek en advies m.b.t. beleid en beheer van de kust en alle
zoute oppervlaktewateren in Nederland. Het is de DGW
(en voor 1985 de Deltadienst) die in het Deltagebied veel
vogelonderzoek verricht, veelal in nauwe samenwerking
met vogelwerkgroepen, particuliere waarnemers en an
dere ambtelijke diensten. Zowel broedvogels (met name
de karakteristieke kustvogels zoals Kluut, plevieren en
sterns) als niet-broedende watervogels (maandelijkse tel
lingen in de zoute- en getijdewateren) zijn opgenomen in
een „monitoringsprogramma". Over de gegevens wordt
regelmatig gerapporteerd, zodat de gegevens beschik
baar zijn, zowel voor overheden als particulieren, en niet
in een kast liggen te verstoffen.
Het rapport „Vogelconcentraties... etc." beoogt een
overzicht te geven van belangrijke vogelconcentraties,
vogelbewegingen, slaapplaatsen etc. in de provincie Zee
land en in het Krammer-Volkerak. Voorzover er directe
relaties bestaan met terreinen buiten dit gebied, zijn deze
zoveel mogelijk opgenomen. Vogelconcentraties in het
Haringvliet en bewegingen binnen dit gebied vielen bui
ten de begrenzing van het rapport, en de Ventjagerspla
ten bleven dus, gezien dit uitgangspunt terecht, in veel
gevallen „blanco". Natuurlijk is het onvermijdelijk dat
er kleine foutjes en onvolledigheden sluipen in een der
gelijk rapport. Bovendien zijn veel gebieden, met name
de recent afgesloten delen van zeearmen, nog onderhevig
aan enorme veranderingen, zodat het rapport snel aan
actualiteit verliest. Voorin het rapport wordt dan ook (in
een kader met grote letters) gesteld dat bij het gebruik
van de gegevens grote voorzichtigheid is geboden, en dat
in specifieke gevallen altijd bezien dient te worden of
aanvullend onderzoek nodig is.
Het nut
Tot slot een algemene opmerking over het nut van vo
geltellingen. Resultaten van vogeltellingen, veelal uitge
voerd in een samenwerkingsverband van particuliere
waarnemers en „overheden", spelen een grote rol bij be
leid en beheer van natuurgebieden. Zo hebben vogelge-
gevens een prominente rol gespeeld bij de beslissingen
het getij te handhaven in (een deel van) de Oosterschelde,
dit gebied aan te wijzen onder de Natuurbeschermings
wet, bij het invoeren van een betredingsregeling van slik-
109