Langs de Donau in Centraal Europa vinden we uitgestrekte rivierbegeleidende bossen en vochtige natuurlijke weiden.
Een landschap dat de ontwerpers van de beheersvisie ook langs het Krammer-Volkerak tot ontwikkeling willen laten
komen. Hier de Kopacki-Rit in Noord-Yoegoslavië. Foto: G. L. Ouweneet.
krijgen die „ter plaatse thuishoort" zou - Victor
Westhoff bracht het naar voren in een op 17 april
1990 gepubliceerd interview - de zee weer vrije toe
gang moeten krijgen. De beheersvisie signaleert
weliswaar dat als gevolg van het vaste waterpeil,
slechts weinig terrein periodiek overspoeld zal ra
ken. Maar toch wordt gesproken over „wintero-
verstromingen" en komen met name voor de
Krammersche Slikken de mogelijkheden die deze
inundaties gaan bieden ruim aan bod. In het
Krammer-Volkerak zal het alleen dan tot belang
rijker overspoelingen van oevergebieden kunnen
komen, indien men werkt met een gericht spui- en
lozingsregime. Hierbij zal er steeds water ingelaten
moeten worden vanuit het Hollandsch Diep, dat
als zinkput van Rijn en Maas inmiddels zeer ver
vuild is.
Er is nog meer. Gesteld wordt dat na de sluiting
van het Haringvliet de betekenis van de Helle
gatsplaten en de Ventjagersplaten voor watervo
gels sterk is afgenomen. Toegegeven, voor steltlo
pers nam het belang af. Maar voor ganzen,
eenden, en Aalscholvers geenszins. Integendeel.
De indruk wordt nu gewekt dat door de huidige
grote betekenis te bagatelliseren, de keuze van een
gedifferentieerd parklandschap voor de Helle
gatsplaten geplaveid wordt. Trouwens, nog iets. Te
lezen valt in de visie dat „de nadruk in het
Krammer-Volkerak, de Eendracht en het Zoom
meer zal moeten liggen op meer geslpten en gedif
ferentieerde landschapstypen, omdat in een groot
deel van de omringende gebieden grootschalige
grazige landschapstypen in ontwikkeling zijn".
Welnu, dat zijn er slechts twee, de Korendijksche
Slikken langs het Haringvliet en de Slikken van
Flakkee langs de Grevelingen. Beide scharen zich
onder de rijkste ganzen- en weidevogelgebieden
van het noordelijk Deltagebied.
Blauwborstjes
Deze redenaties overziende, wint de gedachte
veld dat bij de plannenmakerij voor het Krammer-
Volkerak de doelstellingenkeuze „natuurontwik
keling" vantevoren al vaststond. Met die keuze
valt best te leven, maar het element „milieugok"
blijft toch hangen. Overigens is „natuurontwikke
ling" in het Noordelijke Deltagebied niet nieuw.
Op de 300 hectare metende Blanke Slikken van
Natuurmonumenten op Tiengemeten, gaat de na
tuur nu twintig jaar zijn gang. Toegegeven, een pe
riode van niets. De waarde van de inmiddels ont
wikkelde ruigten voor vogels, blijkt gering. Wel
kwamen er veel Blauwborstjes, wellicht een na
tuurontwikkelingssoort van het eerste uur zal later
blijken. Indien er in het Krammer-Volkerak ooit
71