m Favoriet korplekje Een van mijn favoriete korplekjes is de zuidpunt van de Brouwersdam. Het strand is hier baaivor- mig, zodat het net nog verder in zee komt dan nor maal, en het is er beschut, doordat de Kop van Schouwen er voor ligt. De helling van het strand is groot, zodat het net erg diep komt. Verder is er geen nadelige invloed van zoetwaterinlaten zoals op Voorne en Goeree, waar je Snoekbaarzen in je kornetje kunt verwachten. Tenslotte is de Brou wersdam goed bereikbaar en een bescheiden hore- cavoorziening aanwezig. De vangsten liegen er niet om. In de tabel wor den de vangsten op de zuidpunt van de afgelopen vier jaar vergeleken met die van Scheveningen in dezelfde periode. Hierbij dient te worden aange merkt, dat op de laastgenoemde locatie veel vaker gekord is dan op de eerste. De meeste korexcursies waren in de zomer en de herfst, en werden door mijzelf geleid. Op de Brouwersdam is ook enkele malen door de N.J.N.-afdeling Schouwen- Duiveland gevist. De vangsten hiervan zijn in de tabel verwerkt. ode! 3wi Vinnen fo-ecn s4iiT w»t"l Pleferlw* ZoJ'tc VMtsiz rugvin tutrt Thttyefe &un CevèarljLKi* sêekeh yS' 9W ■J> Dwerginktvis Ihnna^fret Z'aidt Zilver Loihiemz 'schuifel. Bespreking van de tabel In het algemeen valt op dat, ondanks het gerin gere aantal excursies, veel soorten bij de Brouwers dam vaker gevangen zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Tarbot, de Griet, de Bot en de Schar, om me tot platvissen te beperken. Dat komt overeen met de indruk uit het veld: De vangsten op de Brouwersdam zijn bijna altijd rijker dan op Sche veningen of elders, zowel in aantal soorten als in hoeveelheden. Drie soorten zijn wel op Schevenin gen, en niet bij de Brouwersdam gevonden: de Breedpootkrab, de Kleine pieterman en de Pitvis. De eerste twee zijn voor de Zeeuwse kust wellicht helemaal afwezig. Hiervoor weet ik geen verkla ring. Ze komen talrijk voor aan de Hollandse kust. De Breedpootkrab was daar van 1955 en 1975 ook afwezig, mogelijk ten gevolge van stren ge winters. De Hooiwagenkrab, de Steurgarnaal, de Tong schar, de Gewone zeedonderpad, de drie soorten zeenaalden, de Slangster en de Dwerginktvis heb ik nimmer als korvangst bij Scheveningen mogen ontmoeten. Voor een groot deel zijn dit soorten, die tussen begroeiing van algen e.d. op stenen of ander hard substraat leven. Dit harde substraat is op Scheveningen maar in zeer beperkte mate aan wezig, en bovendien juist op plaatsen waar het wa ter het meest vervuild is. Bij de Brouwersdam is veel meer hard substraat aanwezig, en er zijn geen smerige havens vlakbij. De verzoetende, vervuilen de en vertroebelende effecten van de Nieuwe Wa terweg zijn bij Scheveningen ook veel sterker dan bij de Brouwersdam. 110 Illustraties bij dit artikel uit KNNV-mededelingen of via Arthur Oosterbaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 52