Verhalen van vroeger Foto uit 1961, een jong van Riekje? Achteruitgang van de kolonie In de jaren '60 was het gedaan met de reigerop- vang, want de kolonie ging hard achteruit. De ver vuiling van het polderwater verminderde het voed selaanbod. De strenge winter van 1963 eiste een zware tol onder de reigers. Ook zouden de reigers vergiftigd zijn door viskoppen ingesmeerd met pa- rathion, neergelegd door beroepsvissers die meen den veel schade te ondervinden. Het moet een vre selijke tijd geweest zijn. Mezen en ook het Steenuiltje in de schuur werden dood op het nest gevonden. In Schuddebeurs vond Moelijker in de ze jaren eens in een weekend 36 dode Ransuilen. In 1960 waren er 6 bewoonde nesten in de reiger kolonie. In de jaren '70 herstelde de kolonie zich. Rond 1980 telde men weer ruim 30 bewoonde nesten. je niet op vogeltrek, maar overwinterde in Schud debeurs, waar ze iedere morgen vroeg vertrok om te vissen en tegen zessen 's avonds thuis kwam. In het voorjaar van 1961 maakte Riekje op de welput een nest waar drie eieren inkwamen, die ze ook uitbroedde. Ook hier kwamen weer honderden mensen naar kijken. De makheid van Riekje gaf ook problemen. Wanneer de heer Moelijker naar de stad moest, vloog Riekje boven z'n jeep mee. Bij de Nobel- poort is ze eens op straat blijven staan en moesten de automobilisten stoppen. Riekje is toen naar Schuddebeurs teruggebracht en opgesloten in de schuur. Ook ging ze „brutaal" voor de bus staan, die een stopplaats bij Mon Plaisir had. Ook daar is ze weggedragen. De heer Moelijker maakte toen een bord „Pas op voor de Reiger" om vreemden te waarschuwen. Het bord heeft hij nog in de schuur evenals de Canadese jeep uit de oorlog. Op een zondagavond is Riekje op de Lange Blokweg door een auto doodgereden. Stelletje branieschoppers bij de achterdeur. 108

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 50