Natuur knelpunten en kansen Locaties Zouten en Zoeten Haard (1) De problematiek van de duinverzwaring is actu eel voor de zeereep langs de Zouten en Zoeten Haard. Het duin is hier onlangs verzwaard; hierbij was het gebruik van zout zand geen bezwaar. Door de toegepaste wijze van verzwaring werd het botanisch zeer waardevolle, natte reservaat niet alleen geheel gespaard, maar blijft het bovendien Inleiding Al de eerder genoemde maatschappelijke func ties beïnvloeden in sterke mate de natuurfunctie van de duinen. Beheers- en beschermingsmaatre gelen zijn hierop vaak terug te voeren. Het belang van de natuur is echter ook zo groot, dat het ver antwoord is hier een apart hoofdstuk aan te wij den. Vooral ook omdat het kustgebied belangrijke mogelijkheden voor natuurbouw heeft. Bestaande natuurwaarden kunnen daardoor worden ver sterkt. Tegelijkertijd geeft dit de mogelijkheid po tentiële natuurwaarden te ontwikkelen. Dit geldt vooral voor die plaatsen waar in het kader van reeds geplande werken toch al werk zaamheden plaatsvinden. Het is daarbij relatief simpel het een en ander te structureren, zodat een tweeledig doel kan worden gediend. Ook de na tuurfunctie profiteert. In het Natuurbeleidsplan van het Ministerie van Landbouw en Visserij (1989) worden de duinen gerekend tot de ecologische hoofdstructuur van Nederland. De duinen zelf als kerngebied, de bin- nenduinrand als ontwikkelingsgebied. Behalve vergroting van de wettelijke bescherming van het kustduingebied (Natuurbeschermingswet) en het realiseren van grotere beheerseenheden, noemt men vier projecten die moeten bijdragen aan de versterking van de natuurwaarden van de duinen. Deze projecten zijn: 1) sluftervorming. Er zal worden onderzocht welke mogelijkhe den er in Nederland zijn om slufters te laten ontstaan. Men wil, met inachtneming van de veiligheidsnormen met betrekking tot de kust verdediging, een meer dynamisch kustgebied creëren. 2) regeneratie natte duinvalleien Uitgaande van de wenselijkheid natte duinval leien te regenereren, zal worden nagegaan wel ke gebieden het meest in aanmerking komen voor herstel van de natuurlijke hydrologie en welke maatregelen hiervoor noodzakelijk zijn. door het sparen van het aan de lijzijde van de zee- reep aanwezige struweel gevrijwaard van het hier spelende nadelige gevolg van inwaaiend zand. Hierdoor werd ook het landschap niet aange tast. De binnenzijde van het zeewerende duin langs de Zoeten Haard dient door aanplanting even fraai te worden als de begroeiing langs de Zouten Haard. Waar mogelijk moet de waterwinning worden teruggedrongen. 3) verstuivingen Vergroting van de natuurwaarde van de duinen door de kenmerkende dynamiek van verstui vingen plaatselijk toe te laten. In dit project worden de mogelijkheden nagegaan en zullen experimenten worden uitgevoerd. Eén en ander moet leiden tot aanbevelingen voor een natuur lijk duinbeheer. 4) binnenduinrand In het Natuurbeleidsplan wordt gesproken over „zeer goede mogelijkheden voor natuur- en landschapsontwikkeling" in de binnenduin rand. Door natuurgerichte landinrichting, aan koop van gronden en het koppelen aan andere functies zou de natuurlijke zonering van zee naar binnenland kunnen worden hersteld. Ook in de in 1989 door Rijkswaterstaat als dis cussiestuk gepresenteerde Kustnota wordt al met de natuurwaarde van de duinen rekening ge houden. Het beheer van particuliere natuurterreinen komt nog in onvoldoende mate van de grond. Be zien moet worden of de Stichting Landschapsver zorging Zeeland niet meer dan nu het geval is, kan worden ingeschakeld bij het onderhoud van klein schalige duinelementen. Daarbij valt te denken aan vochtige duinvalleien. Want hoewel natuurbeheer voor alle duingebie den van belang is, vragen enkele specifieke locaties toch om extra aandacht. Natuurontwikkelingen In deze tijd waarin de zeespiegel rijst en de bo dem daalt, versterkt door het ,,broeikas"-effect, zijn aangroeikusten zeldzaam geworden. De paar aangroeikusten die Nederland nog kent, staan on der sterke recreatieve druk. Hoewel de beheerder zich meer dan ooit bewust 95

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 33