j j
ten die fourageren op de getijdenslikken aan de
zuidzijde van de Philipsdam, brengen de hoogwa
terperiode door op de thans nog kale slikken aan
de noordzijde. Maar hoe lang blijven die nog
kaal? Voorbeelden uit het buitenland laten zien
dat de mens het beheerst hoogwatervluchtplaatsen
in stand te houden dan wel te scheppen. Op de
grotendeels kale, deels schelprijke Plaat van de
Vliet broeden Dwergsterns, Visdiefjes, Noordse
Sterns, Kluten en Plevieren. Voor met name de
Dwergsterns, die het naar verwachting de komen
de jaren moeilijk zullen krijgen, moet de Plaat van
de Vliet zijn aantrekkelijkheid als broedterrein be
houden. De Dwergsterns fourageren hoofdzake
lijk in het zoute milieu ten zuiden van de Philips
dam. De omstandigheid dat de Plaat van de Vliet
thans een „overwegend grazige" toekomst toege
dacht is, geeft niet de zekerheid dat specifiek aan
Dwergsterns en hoogwatervluchtplaatsen is ge
dacht. Toegegeven, wellicht passen beide uitdagin
gen ook niet onder de noemer „natuurontwikke
ling". Maar staat ook niet „ter plaatse
thuishorende levensgemeenschappen" in de doel
stelling?
Literatuur
Baaijens, G. J. 1990. Natuurbeleidsplan en Structuur
nota Landbouw. De Levende Natuur 91: 2-5.
Baerselman, F. F. Vera, 1989. Natuurontwikkeling.
Een verkennende studie. Achtergrondreeks Natuurbe
leidsplan nr. 6. Ministerie van Landbouw en Visserij, 's
Gravenhage.
Baerselman, F. F. M. W. M. Vera, 1990. De natuur
is dood, leve het milieu. NRC-Handelsblad 17-4-1990.
Beheerscommissie krammer-volkerak, 1989. Visie op
het beheer van de drooggevallen gronden en ondiepwa-
tergebieden in het Krammer-Volkerak, de Eendracht en
het Zoommeer. In het kader van de natuurbeschermings
wet. Rapport.
Biersma, R. 1990. „Voor die dennenbossen heb ik een
heel eenvoudige oplossing: in brand steken". Interview
met Prof. Dr. V. Westhoff. NRC-Handelsblad 17-4-1990.
Draayer, L. J. 1990. Wat hebben onze vogels aan het
Natuurbeleidsplan? In prep.
Lans, H. v. d. G. Poortinga, 1986. Natuurbos in Ne
derland: een uitdaging. Baarn.
Osieck, E. R. 1986. Bedreigde en karakteristieke vogels
in Nederland. Zeist.
Ouweneel, G. L. 1988. Nederland is nog niet af. Vogels
44: 60-63.
Ouweneel, G. L. 1988. De betekenis van de Ventja
gersplaat als ruigebied voor watervogels. Sterna 33: 8-11.
Hoogwatervluchtplaats met Scholekster, Zilverplevieren, Rosse Grutto's, Drieteen-, Krombek-, Bonte- en Kanoet-
strandlopers. Foto: Henk Harmsen.