Winternamiddag Het stille water van de winter is dun als gedachten kunnen zijn. Ik loop de sloten langs. Bedenk hoe groot geluk kan zijn als je je niet vergist in tijd. Zo wijd het oude achterland dat ik vertrouw. Tot plotseling een verre reiger traag en dreigend daalt. Later staat hij uitgeknipt tegen de hemel en blijft in mijn gedachten staan. Maar ook ineens ikzelf over nog twintig jaar. Tientallen beelden schuiven in elkaar en weer uiteen. Ik loop ontdaan de polders door. Thuis vouw ik mijn verdriet zo klein ik kan. Jij lacht en weet het niet. Johanna Kruit Uit: „Voorheen te Orisande" Thomas Rap. Amsterdam 1987. 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 26