Grevelingen, Veermansplaat Er is een meer, het water glad. Wij drijven door een dag die alles wat er verder was verwerpt en zien laat dat wat is te maken heeft met wie je bent. Er groeien vogels voor de kano uit. Wij fluisteren vermoedens en toetsen woorden aan een silhouet dat neergezet in nevels het eiland diepte geeft. Jij hebt je lach weer terug. Ver weg belooft een oever ons al uitzicht op het land dat vastgemaakt aan water straks als overkant te wachten ligt. Veel later als Parnassia in gras gevonden is en onze tent nat van de dauw de morgen raakt verbergen wij ons heimwee in de tijd. Niets wordt vergeten van wat achterblijft. Johanna Kruit Uit: „Voorheen te Orisande" Thomas Rap. Amsterdam 1987. 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 10