30e jaarverslag van de vinkenbaan te Westenschouwen-1989 Gele Kwikstaart. „Op de dag dat we de laatste Gele Kwikstaart vingen (29 september), vingen we de eerste Keep". Foto: Henk Harmsen. L. van Ree Ieder jaar, bij de start, is er de onuitgesproken vraag: zou er van 't jaar weer een nieuwe soort bij zitten? Dit afgelopen seizoen leverde zelfs drie nieuwe soorten op. Twee soorten zijn helemaal niet zeld zaam: een Waterhoen en een Houtsnip. We hadden ze echter nog nooit op de baan gevangen. De derde soort betreft wel een zeldzaamheid, die waarschijnlijk nog nooit op Schouwen gesignaleerd is; de Sper wergrasmus, ook wel Gestreepte Grasmus genoemd Sylvia nisoria. Deze forse zanger, nachtegaalgrootte, broedt in Noord-Duitsland als dichtsbijzijnde broedplaats, maar heeft een zuid-oostelijke herfsttrekrichting. Op de Nederlandse Waddeneilanden hadden we enkele malen een exemplaar in handen, maar hoe zuidelijker, hoe minder kans. Het is een buiten de broedtijd verborgen levende struweelvogel. Men stelle zich voor: een bovenmaatse Tuinfluiter, even wel zonder de sperwertekening aan de onderzijde. Deze sperwertekening, van de naam Sperwer grasmus, ontbreekt bij jonge vogels en wij hadden een eerstejaarsvogel. Deze bijzondere vangst vond plaats in de vroege morgenuren van 31 augustus. Verdere bijzonderheden Toch ook weer een bijzondere vangst was de Dwerggors op 1 oktober. Het was de vijfde maal dat we er één vingen, ook een jonge vogel. Een bijna-vangst betrof een Bosgors op 11 sep tember. We konden dit exemplaar uitstekend bekij ken, zagen zelfs het lichte vlekje op de wang, 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 12