Bijzondere plantenvondsten (7) Gert-Jan Buth Bijenorchis Ophrys apifera Deze opvallende orchidee, de naam slaat op de sterke gelijkenis met een bij (mimicry), is de laat ste jaren met een duidelijke opmars in Zeeland be zig. (Zie ook afl. 4 en 6 van deze rubriek). In 1976 werd de soort sinds 1925 weer voor het eerst in Zeeuws-Vlaanderen gevonden. In de jaren daarna werden groeiplaatsen elders in de provincie vastge steld. Op Schouwen-Duiveland vonden we de eer ste exemplaren in 1982 bij Zierikzee. (Volgens wij len Jacob Viergever groeide de Bijenorchis in 1941 voor het laatst op Schouwen en wel in de Wilder nis bij Brouwershaven). In 1985 werden de eerste Bijenorchissen op de Grevelingendam gevonden en afgelopen zomer vond ik de eerste twee exem plaren op een eiland in de Grevelingen. Eveneens deze zomer trof G. Slob (SBB) er ruim honderd in het Dijkwater aan. In totaal zijn er in Zeeland nu meer dan dertig groeiplaatsen van deze plant be kend, waarbij het aantal orchideeën soms enkele honderden bedraagt. Wat aan de opmars van deze zeldzame soort ten grondslag ligt, blijft voorlopig giswerk. Wat echter opvalt is dat in veel gevallen de Bijenorchis wordt gevonden in vrij recent ge vormde gebieden, zoals wegbermen en droogge vallen platen of oeverlanden (Dijkwater, 1953). In het algemeen is de bodem van zo'n groeiplaats vrij vochtig en bestaat de overige vegetatie uit graslandsoorten en/of een niet al te dichte rietve getatie. Kalkrijkdom van de bodem wordt in de li teratuur als milieukenmerk voor deze soort ver meld. In de genoemde, vrij recent gevormde gebieden is het kalkgehalte inderdaad meestal hoog. Vooral vanwege de Deltawerken zijn er de laatste jaren nogal wat van dergelijke milieutypen in Zeeland gecreëerd. Is éénmaal een bepaalde zaadvoorraad in een streek aanwezig, dan is voor te stellen dat met „sprongen" het ene geschikte ge bied na het andere veroverd wordt. Grote Ratelaar Rhinanthus angustifolius Al een aantal jaren is in het voorjaar in het Dijk water aan de noordkant van de weg op het weste lijke oeverland een zeer fraaie bloemenwei te zien. Duizenden rode Rietorchissen en honderden gele Ratelaars bepalen hier dan het vegetatiebeeld. (Het resultaat van een hooilandbeheer wat Staats bosbeheer hier vanaf begin zeventiger jaren voert.) Bijenorchis. Foto: John Beijersbergen. Deze zomer heeft G. Slob de eerste Grote Rate laars op de Stampersplaat gevonden.(Op de Hom pelvoet werd de soort één jaar eerder op diverse platsen aangetroffen in terreinen waar een maai afvoerbeheer werd gevoerd. De verschillende groeiplaatsen wijzen op verspreiding van de zaden door maaimachines en opraapwagens). De Rietor chis komt reeds een aantal jaren in de Grevelingen voor. Kennelijk begint plaatselijk de ontwikkeling (successie) van de graslandvegetatie op de Greve- lingenplaten langzamerhand het stadium te berei ken dat in het Dijkwater ongeveer rond 1975 be gon. Overigens wie vanaf de weg de Ratelaars nog in het Dijkwater wil zien staan moet geen jaren meer wachten. De laatste jaren nemen ze namelijk duidelijk in aantal af, in tegenstelling tot de aan tallen orchideeën. Het na ongeveer tien jaar ver dwijnen van Ratelaars uit hooilanden is ook in an dere natuurgebieden in Nederland geconstateerd. De oorzaak hiervan is nog onbekend. Dodemansvingers Oenantje crocata In het floristische tijdschrift Gorteria is de vondst van deze Torkruid-soort door Wim van Wijngaar den (P.RD.) in een vochtige vallei van de Verklik ker uitgeroepen tot één van de vondsten van het jaar 1987. De opvallende naam slaat op de vorm 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1988 | | pagina 84