Zo maar een tuin.... Co en Addy Quartel Komen in Sterna meestal de grote zaken aan bod (en terecht natuurlijk) want Grevelingen, Zwin en Hoge Platen hebben meer dan regionale, ja zelfs internationale betekenis, toch zijn er van die kleine, weinig spectaculaire zaken, waar natuur en vogelleven wel bij varen en waar de mens zijn plezier aan kan beleven. Onze kleine bijdrage was: rekening houden met de vogels bij de aanleg, verandering of aanpassing van onze tuin. De resultaten daarvan werden de laatste jaren duidelijk zichtbaar, en we beleven er veel plezier aan. Behalve het ophangen van een tiental nestkastjes, hebben we vooral de nadruk gelegd op een gevarieerde beplanting, met veel schuil- en broedgelegenheid. De achterkant van ons huis is voor ruim tachtig procent begroeid met diverse soorten klimop, groenblijvend en bladverliezend. Onder een vijftal hoge dennen hebben we onderbegroeiing geplant, in de vorm van verschillende soorten laurier, wat kleine vlieren en verder op de grond dovenetels en klimop. In een andere hoek wat sparretjes, conife ren, een duindoorn en enkele andere soorten, maar wel vrij dicht op elkaar. Voor een echte „tuinman" waarschijnlijk een aantal „tuin techni sche doodzonden" maar voor de vogels uit stekend! Delen van de tuin worden begrensd door heggen, die we wat hoger en extra breed hebben laten groeien. De achterkant bestaat uit een rijtje wilgen, waar van het snoeihout inmiddels tot een flinke houtwal is uitgegroeid. In het allerlaatste en verste hoekje hebben we een totaal met bramen verwilderd plekje laten ont staan, gestoffeerd met allerlei grassen en lage struikjes. Waar passend en nuttig, zijn sommige plaatsen bestrooid met houtsnippers, en het is opvallend, hoe dikwijls dat omgewoeld wordt door insecten zoekende vogels. Aandacht hebben we ook besteed aan bessendra- gende bomen zoals vlier, kamperfoelie en lijster bes, en aan voldoende „groenblijvers". Vooral dit laatste brengt al vroeg in het voorjaar vogels in de tuin, die snel aan de slag willen met het bouwen van hun nest. Ook in de winter hebben deze bo men hun nut als schuilplaats bij regen en wind. Vanzelf ontbreekt in onze tuin ook een vijver niet, en van deze „badplaats" wordt door onze gevleu gelde vrienden druk gebruik gemaakt, zelfs al zit ten we er op het terrasje maar enkele meters van daan. Het afgelopen seizoen hadden we de Grote Bonte Specht o*Foto: Henk Harmsen. volgende broedgevallen: 5x de merel, 2x de lijster, 3x de koolmees, 2x de pimpelmees, lx de hegge- mus, 2x de turkse tortel en 2x de winterkoning, terwijl ook de houtduif en de ekster pogingen heb ben ondernomen. De laatste hebben we naar el ders verwezen. Ook twee vleermuizen hebben onze tuin tot jachtterrein uitverkoren. Wat het winterbezoek betreft, 2 jaar geleden was de bonte specht een dagelijkse bezoeker een rans uil zocht in de dennen beschutting tijdens een sneeuwstorm en ook koperwieken en kramsvogels laten zich van tijd tot tijd zien. Bijzonder vond ik wel een bezoeker van afgelopen zondag 11 september 1988 n.l. een bosuiltje 's avonds om 22.30 uur (misschien een Steenuil? red.). Tot slot hoef ik natuurlijk niemand te vertellen hoe belangrijk rust is, in de tuin, vooral tijdens de broedtijd. Iemand die daar duidelijk zijn bijdrage aan levert is ons bouviertje „Mira", die het veel be ter kan vinden met vogels, dan met katten! N.B. tuinoppervlak 1100 m'. 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1988 | | pagina 83